Hoe spel je nou de persoonsvorm?
- Kijk of de zin in de tegenwoordige tijd of de verleden tijd staat
- Kijk dan of je enkelvoud of meervoud moet gebruiken
- Vul dan de juiste vorm van het werkwoord in.
– Toen Sem gisteren het verhaal (vertellen), (lachen) zijn klasgenoten.
Hoe schrijf je de persoonsvormen? Overleg 1 minuut in tweetallen