kwantitatief onderzoek (enquete maken)

De onderzoeksmethode....
ofwel de methodologie: welke ga jij gebruiken? 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De onderzoeksmethode....
ofwel de methodologie: welke ga jij gebruiken? 

Slide 1 - Tekstslide

Verschillende onderzoeksmethoden
enquête
gesloten of meerkeuzevragen zijn handig wanneer je van veel verschillende mensen iets wilt weten. Die kan je daarna analyseren en een conclusie trekken.


interview
Je kunt nu diepliggende vragen stellen en ook door vragen. Risico van open vragen is dat niet iedereen de vragen hetzelfde interpreteert.
observatie
Bij gedragingen van mensen is het handig om te kijken naar wat mensen doen? Je bestudeert ze via observatie. Dit kan bijv. als buitenstaander
experiment
Je zoekt naar oorzaak gevolg situaties door een situatie te creëeren, na te bootsen en bekijkt wat die situatie doet met de gedragingen van mensen
literatuuronderzoek
Hoewel voor alle onderzoek gelezen moet worden om in een onderwerp te komen kan je vervolgens voor een andere methode kiezen om je onderzoek richting te geven. Maar soms is een onderzoeker alleen maar bezig met research van achter zijn bureau en analyseert vanuit de literatuur.

Slide 2 - Tekstslide

kwantitatief onderzoek

  • hoeveelheden, grootte etc.
  • breedte onderzoek
  • gaat om de cijfers
  • enquete zeer geschikt
kwalitatief onderzoek

  • achtergronden, motivaties etc. van mensen
  • diepteonderzoek
  • cijfers minder belangrijk
  • interview zeer geschikt
hier zie je een voorbeeld van de verwerking van een kwantitatieve onderzoek.
Het gaat hier om de verwerking van de cijfers

Slide 3 - Tekstslide

versus kwalitatief onderzoek

Slide 4 - Tekstslide

Kwantitatief onderzoek
Dat is wat jullie van plan zijn om te gaan doen!

Een vergeet niet je methodologie: dus hoe ga je onderzoek doen! Heel belangrijk en ook veel punten mee te verdienen. Dus wat ik je vandaag vertel kan je daar gebruiken. 

Slide 5 - Tekstslide

Hoe ga je beginnen als je een enquete wil maken?

Slide 6 - Open vraag

1. Voorbereiding & enquete opzet maken
1. Bepaal eerst:  wat wil je weten? Wat wil je bereiken? en heel belangrijk hoe wil je de resultaten analyseren?
2. Vertaal de probleemstelling naar een aantal punten en werk deze punten uit in een aantal concrete vragen.
3. Wat betreft de indeling van de enquête, begin met de meest relevante en interessante enquêtevragen, welke het belangrijkste? 
4. Bepaal hoe lang (tijd) de enquête mag duren, maak de enquête vooral niet te lang! 
5. Verdeel uw vragen over diverse groepen of categorieën
6. Zorg ervoor dat de enquêtevragen alle benodigde antwoordcategorieën afdekken. Houd dus bij het opstellen steeds uw doelstellingen in de gaten!

Slide 7 - Tekstslide

Hoe ziet een goede enquete eruit?

Slide 8 - Open vraag

2. Vraagstelling van de enquête
1.  Gebruik duidelijke omschrijvingen en vermijd moeilijke of onduidelijke omschrijvingen zoals ‘geluk’, ‘innovatief’, 'duurzaam' etc. 
2. Vermijd het gebruik van dubbele ontkenningen.
3. Geen open vragen bij een enquêtevragen! behalve als het echt niet anders kan. 
4. Stel concrete, duidelijke vragen die duidelijke eenduidige antwoorden opleveren. Dus vraag maar één ding tegelijk.
5. Maak gebruik van neutrale enquêtevragen. Vermijd sturing te geven aan de antwoorden.
6. Zorg ervoor dat de enquêtevragen gemakkelijk (met de computer) te verwerken zijn
7. Houd rekening met de context waarin de enquêtevragen gesteld worden.
8. Houd er rekening mee dat bepaalde enquêtevragen gevoelig liggen.
9. Formuleer de vragen niet te persoonlijk of bedreigend.

Slide 9 - Tekstslide

3. Schaling van de enquête

1. gebruik altijd evenveel positieve als negatieve antwoordmogelijkheden.

Bijvoorbeeld een 4 puntsschaal.

1 = helemaal mee oneens
2 = mee oneens
3 = mee eens
4 = helemaal mee eens
of
5 puntsschaal.
1= helemaal mee oneens
2=mee oneens
3= niet eens/niet oneens
4= mee eens
5= helemaal mee eens


Meer antwoordmogelijkheden worden vaak gebruikt om een nauwkeuriger beeld te krijgen van de respondent.

Houd er rekening mee dat respondenten vaak niet kiezen voor uitersten. Hier zijn een aantal manieren voor, om dit tegen te gaan, bijvoorbeeld door geen neutrale antwoordmogelijk te geven, zo wordt de respondent gedongen een keuze te maken 

Slide 10 - Tekstslide

4.Controle en uitvoeren van de enquete
1. Probeer de vragenlijst eerst uit bij een aantal proefpersonen.

2. Ga na of de respondenten de enquêtevragen duidelijk en eenduidig vonden, vraag hun eerlijke commentaar en hou daar ook rekening mee. Dit kan soms frustrerend zijn omdat u zelf alles weet over het onderwerp en veel vanzelfsprekend lijkt.

3. Bij een schriftelijke enquête is het ook wenselijk om de vragenlijst na te kijken op taal en stijlfouten, dit werkt storend en doet afbreuk aan al je werk!

4. Test uit hoeveel tijd het kost om bijvoorbeeld 5 enquêtes te verwerken en bereken dan de totale tijd die u nodig heeft en toets dit resultaat aan uw tijdsplanning.

Slide 11 - Tekstslide

Websides
- Google form

- Surveymonkey.com

-Survio.com

Slide 12 - Tekstslide

Hoe doe je een goede literatuurstudie?

Slide 13 - Open vraag

een literatuurstudie 
Je doet onderzoek naar al beschikbare gegevens ten behoeve van je hoofdvraag. 

Sommige zaken zijn namelijk al eerder onderzocht of is al eerder over geschreven. Door middel van literatuuronderzoek kun je veel informatie verzamelen.


Slide 14 - Tekstslide

Literatuurstudie
1. Voorbereiden
            -> Oriëntatie
2. Literatuur verzamelen
            -> https://scholar.google.nl/ 
3. Literatuur beoordelen
            -> Recent? Wie is de auteur? Komt deze info vaker terug? 
4. Literatuur verwerken
            -> Zie tips
5. Vergeet niet in je plan van aanpak/ Inleiding te vermelden dat je werk een literatuurstudie bevat/is.
                                                                     

Slide 15 - Tekstslide

9 tips
  1. Zorg voor steekwoorden/zoekwoorden die afgeleid zijn van je doel/onderzoeksvraag. 
  2. Zoek in een relevant artikel naar verwijzingen en bronvermeldingen naar andere publicaties. Je krijgt dan een zogenaamd sneeuwbaleffect naar nieuwe informatie.
  3. Verzamel actuele informatie.
  4. Maak van de verzamelde literatuur één geheel, waarbij je alleen de relevante informatie toevoegt die antwoord geeft op de onderzoeksvraag.
  5. Houdt bij welke informatie je waar vandaan haalt, zodat jij en/of de opdrachtgever kan zien welke bronnen zijn gebruikt.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide