2. Vraagstelling van de enquête
1. Gebruik duidelijke omschrijvingen en vermijd moeilijke of onduidelijke omschrijvingen zoals ‘dynamisch’, ‘innovatief’, etc.
2. Vermijd het gebruik van dubbele ontkenningen.
3. Niet te veel open enquêtevragen! Open enquêtevragen kosten u veel weer tijd om te analyseren.
4. Stel concrete, duidelijke vragen die duidelijke eenduidige antwoorden opleveren. Dus vraag maar één ding tegelijk.
5. Maak gebruik van neutrale enquêtevragen. Vermijd sturing te geven aan de antwoorden.