Les 6 - Hulpvormen

LVB met MVG
Les 6 - hulpvormen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

LVB met MVG
Les 6 - hulpvormen

Slide 1 - Tekstslide

Vorige week
IQ
Intensiteitniveau's van hulp
Prevalentie
Net ff anders: Shanice

Slide 2 - Tekstslide

Welke vier intensiteitsniveau's van hulp hebben we behandeld?

Slide 3 - Open vraag

Bij interval hulp wordt uitsluitend hulp geboden als dit nodig is. Dit is:
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

1. Interval
Uitsluitend hulp bieden als dat nodig is
Afgebakende perioden
Sterk wisselende hulp
Hulp wordt vaak als inbreuk ervaren en dus afgewezen

Slide 5 - Tekstslide

Welke begeleidingsstijl is belangrijk bij de beperkte hulp?
A
Overtuigend
B
Directief
C
Delegerend
D
Participerend

Slide 6 - Quizvraag

2. Beperkt
Structureel hulp in één omgeving
Samen de dag starten en afsluiten
Participerende begeleidingsstijl

Slide 7 - Tekstslide

Wat houdt de uitgebreide hulp in?

Slide 8 - Open vraag

3. Uitgebreid
Dagelijks of bijna dagelijks ondersteuning in meer dan één omgeving
Begeleiding stuurt aan, geeft vorm aan de regie en biedt overzicht

Slide 9 - Tekstslide

Eén aspect van de diepgaande hulp is 1 op 1 begeleiding. Dit is:
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

4. Diepgaand
Zeer intensieve ondersteuning, de gehele dag en in alle situaties (levenslang)
1 op 1 begeleiding, alleen door rust en/of slaapmomenten onderbroken
Indien een cliënt zichzelf verliest in dwanghandelingen of ernstige gedragsproblemen

Slide 11 - Tekstslide

Kenmerken en grootste problemen

Slide 12 - Tekstslide

Kenmerken
Mensen met een lichte verstandelijke beperking hebben in de eerste plaats beperkingen op intellectueel gebied: het leren en denken.

Onder andere zijn er tekorten in het abstracte denken, die zich uiten in moeizame conceptvorming en generalisatie van hetgeen geleerd is.
Wat is generalisatie?

Slide 13 - Tekstslide

Het denken is situatie gebonden en minder gedifferentieerd dan bij normaal begaafde mensen.

De informatieverwerking verloopt minder gestructureerd en trager, het (werk)geheugen functioneert minder goed en er is sprake van een beperkte concentratie en verminderde dynamiek in denken.
Hoe kunnen wij dat herkennen?

Slide 14 - Tekstslide

Omdat ze moeite hebben met het overzien en begrijpen van sociale situaties, kost het aangaan en onderhouden van sociale relaties veel moeite.

Door het ontbreken van sociale vaardigheden, door impulsief op situaties te reageren of door hun beïnvloedbaarheid, raken licht verstandelijk gehandicapten soms in lastige situaties verzeild .

Slide 15 - Tekstslide

Het grootste probleem…
Mensen die met gedrag wat wordt gelabeld onder SG/LVB kunnen in geen enkele categorie van de zorg echt terecht

Niet in de Ambulante (ACT) zorg;
Niet in Verblijfsafdelingen van psychiatrische ziekenhuizen;
Niet in Dubbele diagnose afdelingen van psychiatrische ziekenhuizen;
Niet in Forensisch psychiatrische afdelingen van psychiatrische ziekenhuizen (FPA's);
Niet in Beschermende woonvormen.

Slide 16 - Tekstslide

Met als gevolg
Voelt deze groep mensen zich nergens echt welkom
Voor de persoon zelf is dit sterk confronterend
Ik ben een probleem geval
Het zelfbeeld wordt elke dag negatiever….Ik hoor hier niet thuis

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Video Je zal het maar hebben
https://www.npo3.nl/je-zal-het-maar-hebben/24-11-2017/BV_101385489 

Slide 19 - Tekstslide