Voorbereidingsles 2 PTO 3 mavo3

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
- Overzicht leerdoelen
- Herhaling
- Stambomen (Thema 3)
- Planten en dieren indelen (Thema 4.4)
- Opdracht determineertabel (Thema 4.6)
- Vragen ronde


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling
- Kenmerken van planten-, dieren, schimmel en bacteriecellen.
- De evolutietheorie
-Natuurlijke selectie en kunstmatige selectie

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk van de onderstaande kenmerken kom je niet tegen in een schimmelcel
A
Celkern
B
Celwand
C
Bladgroenkorrels
D
Vacuole

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk van de onderstaande kenmerken kom je niet tegen in een dierencel
A
Celkern
B
Celwand
C
Celmembraan
D
Cytoplasma

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk van de onderstaande kenmerken kom je niet tegen in een plantencel
A
Celkern
B
Celwand
C
Celmembraan
D
Zweephaar

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk organisme is altijd eencellig?
A
Plant
B
Bacterie
C
Dier
D
Schimmel

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen kunstmatige en natuurlijke selectie

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk van de onderstaande eigenschappen past niet bij de evolutietheorie
A
Mutaties kunnen er voor zorgen dat een soort beter overleefd
B
Soorten passen zich aan aan de omgeving.
C
Door een milieu dat verantwoord, veranderen de soorten in dat gebied ook
D
De mens kruist soorten om de beste eigenschappen in één nakomeling te krijgen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stambomen en verwantschap
  • Soorten die een gemeenschappelijke voorouder hebben, vertonen verwantschap
  • Hoe jonger de gemeenschappelijke voorouder in een stamboom zit, hoe verwanter groepen zijn.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stambomen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planten en dieren indelen
Op basis van:
Plantorganen
De manier van voorplanten

Soort skelet: inwendig of uitwendig
Symmetrie: Tweezijg symmetrisch, veelzijdig symmetrisch of niet-symmetrisch

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planten ordenen
Op basis van:
  • Plantenorganen
  • De manier van voorplanten

Ordening = onderverdeeld in
  • Zaadplanten
  • Spoorplanten
  • Wieren/algen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

inwendig en uitwendig skelet

Slide 19 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Symmetrie

Slide 20 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Indeling van het dierenrijk 7
Sponsdieren/sponzen
Neteldieren/hoteldieren
Wormen
Weekdieren
Geleedpotigen
Stekelhuidige 
Gewervelde 




Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werken met een determineertabel
jj


Basisstof 4.6

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten determineren

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht determineren in het bos
Maak de tweede opdracht zelf, we bespreken deze over 10 minuten na. 
timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht determineren in het bos

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ordening (deze moet je allemaal kennen)

Slide 26 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
De 4 soorten cellen

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ordening: Vogels en zoogdieren

Slide 28 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Ordening: Eieren van vissen, amfibieën en reptielen

Slide 29 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Ordening: Reptielen

Slide 30 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Ordening: Vissen en Amfibieën

Slide 31 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Lees even mee
Blz 282 – 283

Zorg dat je weet hoe de tabel werkt! Je hebt dit namelijk straks nodig in een spel.

Slide 32 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Laatste vragen voor de toets?
Klaar? -> maak de diagnostische toets van thema 4 via het digitaal lesmateriaal. 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies