Bloed wordt voor transfusie eerst met kruisproef getest.
Slide 15 - Tekstslide
Klontering
Bloedklontering: wanneer bij transfusie met rode bloedcellen, de ontvanger antistoffen heeft tegen het antigeen op de bloedcellen van de donor. -> kunnen bloedvaatjes verstoppen
Slide 16 - Tekstslide
Het toedienen van antiresus (antilichamen tegen resus-eiwitten) bij de moeder is een vorm van ...
A
actieve natuurlijke immuniteit
B
passieve natuurlijke immuniteit
C
actieve kunstmatige immuniteit
D
passieve kunstmatige immuniteit
Slide 17 - Quizvraag
Welke groep komt in aanmerking voor transfusie met eigen bloed? Leg je antwoord uit.
Slide 18 - Open vraag
Iemand met bloedgroep AB- heeft een transfusie nodig. Welk bloed kan hij veilig ontvangen?
A
AB+
B
B+
C
O-
D
A-
Slide 19 - Quizvraag
Bij mensen die al heel veel transfusies hebben gehad, treedt soms klontering op bij transfusie met de correcte bloedgroep. De kans wordt groter bij elke transfusie. Hoe komt dat?
Slide 20 - Open vraag
Als kunstbloed met onvoldoende albumine wordt gebruikt, kan oedeem (zwelling van weefsels) ontstaan bij de hond die de transfusie heeft gekregen. Beschrijf hoe dit oedeem ontstaat.