5V M5 hfst 9 paragrafen 3, 4 en 5

oefenen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

oefenen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een basische oplossing heeft een pH van 8,9. Wat is de pOH van deze oplossing?
A
8,9
B
22,9
C
5,1
D
-5,1

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een oplossing van 250 mL zit 0,020 mol KOH. Wat is de pH?
A
pH = - log (0,020/0,250) = 1,10
B
pOH = - log (0,020/0,250) = 1,10
C
pOH=-log (0,020/0,250) = 1,10 pH = 14,00 - 1,10 = 12,90
D
geen van de antwoorden klopt

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de [OH-] van een basische oplossing met pOH = 5,87
A
[OH]=1,35106molperliter
B
[OH]=1,3106molperliter
C
[OH]=7,4105molperliter
D
[OH]=1,349106molperliter

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de pH als 7,0 g natriumhydroxide wordt opgelost tot 1,00 L oplossing.
A
0,28
B
0,76
C
13,24
D
13,44

Slide 5 - Quizvraag

A: pH = -log (9,0x63,01)/1000)) 
B: pH = -log (2x(9,0/63,01)/1,00))
C: pOH = -log ((9,0/63,01)/1,00))
D: pH = log(9)

Kies het juiste antwoord.
A
Dit is een reactie tussen een sterk zuur en een sterke base.
B
Dit is een reactie tussen een sterk zuur en een zwakke base.
C
Dit is een reactie tussen een zwak zuur en een sterke base.
D
Dit is een reactie tussen een zwak zuur en een zwakke base.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies het juiste antwoord.
A
Dit is een reactie tussen een sterk zuur en een sterke base.
B
Dit is een reactie tussen een sterk zuur en een zwakke base.
C
Dit is een reactie tussen een zwak zuur en een sterke base.
D
Dit is een reactie tussen een zwak zuur en een zwakke base.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies het juiste antwoord.
A
Dit is een reactie tussen een sterk zuur en een sterke base.
B
Dit is een reactie tussen een sterk zuur en een zwakke base.
C
Dit is een reactie tussen een zwak zuur en een sterke base.
D
Dit is een reactie tussen een zwak zuur en een zwakke base.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies het juiste antwoord.
A
Dit is een reactie tussen een sterk zuur en een sterke base.
B
Dit is een reactie tussen een sterk zuur en een zwakke base.
C
Dit is een reactie tussen een zwak zuur en een sterke base.
D
Dit is een reactie tussen een zwak zuur en een zwakke base.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

MgO + 2 H⁺ → Mg²⁺ + H₂O
A
= redoxreactie
B
= zuur-basereactie
C
= hydrolysereactie
D
= condensatiereactie

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2 Na + 2 H₂O → 2 Na⁺ + H₂ + 2 OH⁻
A
= redoxreactie
B
= zuur-basereactie
C
= hydrolysereactie
D
= condensatiereactie

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het glaswerk (plaatje) die met een titratie wordt gebruikt?
A
buret
B
pipet
C
erlenmeyer
D
koeler

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het glaswerk (plaatje) die met een titratie wordt gebruikt?
A
buret
B
pipet
C
erlenmeyer
D
koeler

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het glaswerk (plaatje) die met een titratie wordt gebruikt?
A
buret
B
pipet
C
erlenmeyer
D
koeler

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

12,00 ml natronloog reageert met 0,800 mg Azijnzuur.
Bij een titratie wordt deze natronloog gebruikt om Azijn met een onbekende concentratie te neutraliseren. De beginstand was 2,13 ml de eindstand was 38,52 ml.
Bereken hoeveel mg Azijnzuur was opgelost.
A
0,96 mg
B
0,12 mg
C
15,00 mg
D
2,43 mg

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn dit wel of geen redoxreacties, sleep naar het juiste blok.
GEEN Zuur-Base Reactie
Zuur-Base Reactie
HCN + OH- --> CN- + H2O
BaCl2 --> Ba2+ + 2 Cl-
2 HCl + Mg --> H2 + Mg2+
H2SO4 + CO32- --> H2O + CO2 + SO42-

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

plaats de tekst op de juiste plek in de tekening
De opstelling: de molariteit van een een onbekende hoeveelheid azijnzuur wordt bepaald met een titratie met natronloog
azijnzuur oplossing
natronloog
buret
pH indicator
nauwkeurig tovoegen
bekende molariteit
onbekende molariteit

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies