Uitleg over de toets vrijdag 9 april 2021 (telt 2x mee).
Slide 3 - Tekstslide
Meervouden -en en -s
De meeste zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud op -en of -s.
Voorbeeld: lamp-lampen
vogel-vogels
Slide 4 - Tekstslide
Meervouden -en
meervoud op -en:
*laatste letter verdubbeld:
zus-zussen
*een a, e, o, of u weghalen:
schuur-schuren
*een -s veranderen in -z
muis-muizen
*een -f veranderen in -v: dief - dieven
Slide 5 - Tekstslide
Meervouden -s
Je zet een -s achter het woord:
spelletje- spelletjes
Meestal -s achter het woord.
Gebruik een ' (apostrof)
als je het woord verkeerd uitspreekt en na -y : hobby - hobby's
Slide 6 - Tekstslide
Wie heeft een vraag?
Slide 7 - Tekstslide
Nieuwe uitleg: voltooid deelwoord
(Startopdracht)
Het voltooid deelwoord (vd) is een van de vormen van het werkwoord. Als een voltooid deelwoord in de zin staat, dan staat er altijd een vorm bij van zijn, hebben of worden.
Slide 8 - Tekstslide
voltooid deelwoord (vd)
*Andere volt. deelwoorden eindigen op -d of -t (verlengproef)
Gebruik de verlengproef om de laatste letter te vinden: je hoort gehaalde, dus je schrijft gehaald.