§8.4 sociale ongelijkheid bestrijden

§8.4 Sociale ongelijkheid bestrijden
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

§8.4 Sociale ongelijkheid bestrijden

Slide 1 - Tekstslide

Pagina 152
Gevolgen van sociale ongelijkheid
  • Kloof tussen hoog- en laagopgeleid
  •        Onderwijs
  •        Cultuur en vrije tijd
  •        Politiek
  •        Gezondheid
  • Sociale uitsluiting
  • Conflicten ten gevolg van maatschappelijke verschillen

Gevolgen van sociale ongelijkheid zijn zichtbaar op micro-, meso- en macroniveau: 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meer rechten voor burgers
Democratisering leidt tot minder sociale ongelijkheid, doordat mensen meer inspraak  hebben.

Als je zelf mee mag stemmen dan zullen politieke besluiten ook beter overeenkomen met wat voor jou belangrijk is

Slide 3 - Tekstslide

Bijvoorbeeld: vrouwen hadden stemrecht vanaf 1919 en daardoor was het mogelijk dat er in 1956 de wet handelingsonbekwaamheid werd afgeschaft.
Ideologieën en ongelijkheid
Socialisme en sociaaldemocratie
Liberalisme
Confessionalisme
De overheid heeft de taak om sociale ongelijkheid tegen te gaan. 
De overheid vertrouwt op de vrije markt en is  voor dereguleren, privatisering en denivellering.  
Gespreide verantwoordelijk-heid voor de overheid, bedrijven en het maatschappelijk middenveld.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overheidsinstrumenten
De overheid heeft verschillende instrumenten om sociale ongelijkheid te beïnvloeden:
  • Sociale zekerheidsbeleid
  • Actief arbeidsmarktbeleid
  • Inkomensverdelingbeleid
  • Onderwijsbeleid
  • Wijkgericht achtertandsbeleid

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overheidsinstrumenten
1. Sociale zekerheidsbeleid: ​
zekerheid voor mensen die niet voor een eigen inkomen kunnen zorgen, zoals AOW.​
2. Actief arbeidsmarktbeleid: ​
zo min mogelijk werkloosheid, door subsidies en uitbesteding van opdrachten. ​
3. Inkomensverdelingsbeleid: ​
nivelleren, door meer belasting vragen aan rijke mensen of mensen met een lager inkomen toeslagen te geven. Denivelleren, bijvoorbeeld om mensen te stimuleren om een baan te zoeken,
4.. Onderwijsbeleid: ​
Investeren in onderwijs voor gelijkere kansen en het voorkomen van voortijdig schoolverlaters 
5. Wijkgericht achterstandsbeleid: ​
investeren in woningbouw, onderhoud, sociale projecten en begeleiding


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Een voorbeeld van wijkgericht achterstandsbeleid
Sleep het beleid naar het juiste instrument.
Sociale zekerheidsbeleid
Onderwijsbeleid
Inkomens-
verdelingsbeleid
Actief arbeidsmarktbeleid
Wijkgericht achterstandsbeleid
Werkloosheid-uitkering (WW)
Subsidiëren van taalscholen voor mensen met een taalachterstand
Het Nederlandse belastinglandschap aantrekkelijk maken voor bedrijven. 

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit dat er voor de overheid sprake is van een dilemma: de belasting voor grote bedrijven verhogen is een manier om de sociale ongelijkheid te bestrijden, maar tegelijkertijd kan het ook zijn dat bedrijven besluiten om naar het buitenland te verhuizen. Dit is slecht voor de werkgelegenheid. 
Opdracht 16 blz 86 (niet vraag 2)​

Hoe: Zelfstandig​
Tijd: 5 minuten​
Hulpbronnen: ​
Lesboek hfd 8,4​
Tips voor toetsen​
Klaar: tekstverkenners 8.4





Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 16
A: actief arbeidsmarktbeleid ​
B: onderwijsbeleid ​
C: inkomensverdelingsbeleid ​
D: sociale zekerheidsbeleid ​
E: wijkgericht achterstandsbeleid ​
F: wijkgericht achterstandsbeleid 




Slide 12 - Tekstslide

Bijvoorbeeld: vrouwen hadden stemrecht vanaf 1919 en daardoor was het mogelijk dat er in 1956 de wet handelingsonbekwaamheid werd afgeschaft.
Effecten van overheidsinstrumenten
  • Minder sociale ongelijkheid
  • Minder beloningsongelijkheid
  • Minder kansenongelijkheid tussen groepen
  • Hoge uitgaven voor de overheid: hoge belastingen kunnen zorgen voor een verslechterde concurrentiepositie en werkgelegenheid
  • Weinig prikkels om te werken
  • Minder doelmatige inzet van middelen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken: tekstverkenners 8.4 (alleen vraag 1)​

Hoe: tweetallen​
Tijd: 5 minuten​
Hulpbronnen: ​
Lesboek hfd 8,4​
Klaar: opdracht 18 blz 90​











Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Maken: Opdracht 18 blz 88 (vraag 1 t/m 5)​
Hoe: Zelfstandig​
Tijd: 10 minuten​
Hulpbronnen: ​
Lesboek hfd 8,2​
Tips voor toetsen​

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overheidsinstrumenten
Opdracht 18: Utrechtse aanpak voorbeeld voor Nederland
1) Het hoofdconcept verhouding verwijst naar de wijze waarop mensen zich van elkaar onderscheiden en tot elkaar verhouden (1) en de manier waarop samenlevingen in sociale zin vorm geven aan deze verschillen (2). Het verwijst ook naar onderlinge betrekkingen tussen staten (3). Deze bron past het beste bij het tweede deel, omdat de bron gaat over hoe gemeenten kwetsbare wijken kunnen aanpakken met als voorbeeld Utrecht en daarmee dus in sociale zin vormgeven aan deze verschillen: ze vinden de verschillen onwenselijk en willen actief bijdragen aan meer gelijkheid tussen wijken.
2) Actief arbeidsmarktbeleid: door actief arbeidsbeleid zorgen dat de werkloosheid laag is. Dit is te herkennen in de derde alinea 3 door het creëren van werkgelegenheid.
Onderwijsbeleid: de overheid investeert in de opleiding van jongeren. Dit is te herkennen in de derde alinea bij verbetering van onderwijs.
Wijkgericht achterstandsbeleid: beleid om wijken met veel criminaliteit en hoge werkloosheid te veranderen in prachtwijken. Dit is de kern van de bron en is bijvoorbeeld te herkennen in de gemengde woonvormen die Isik voorstelt.  

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overheidsinstrumenten
Opdracht 18: Utrechtse aanpak voorbeeld voor Nederland
 
3) Voorbeelden:
a) Door het creëren van werkgelegenheid (actief arbeidsmarktbeleid) worden verschillen in inkomen van mensen kleiner, waardoor mensen met minder inkomen een hogere maatschappelijke positie kunnen krijgen en waardoor een minder ongelijke verdeling van schaarse en hooggewaardeerde zaken kan ontstaan.
b) Door het onderwijs te verbeteren kunnen kinderen een betere maatschappelijke positie krijgen en worden zij mogelijk ook gelijker gewaardeerd en behandeld.
c) Door het wijkgerichte achterstandsbeleid worden wijken verbeterd, waardoor er minder criminaliteit en werkloosheid is. Doordat wijken worden verbeterd hebben worden de inwoners hiervan gelijker gewaardeerd en behandeld en krijgen zij een betere maatschappelijke positie.
4) De overheidsinstrumenten hebben invloed op positieverwerving. Door de initiatieven van de overheid krijgen mensen meer kans om een eigen bijdrage te leveren, zoals door te werken of deel te nemen aan onderwijs, waardoor zij omhoog kunnen gaan op de maatschappelijke ladder.
5) De overheidsinstrumenten hebben invloed op positietoewijzing. Door de maatschappelijke initiatieven van de overheid krijgen individuen de kans op een betere positie. Deze maatschappelijke effecten werken van buitenaf in op individuen, waardoor zij omhoog kunnen gaan op de maatschappelijke ladder.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies