6.1 / 6.2

Paragraaf 6.1 & 6.2
Overheidsbeleid en sociale ongelijkheid
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 6.1 & 6.2
Overheidsbeleid en sociale ongelijkheid

Slide 1 - Tekstslide

Sociale ongelijkheid
Wat was het ook alweer?

Sociale ongelijkheid was een situatie waarin verschillen tussen mensen in al dan niet aangeboren kenmerken, consequenties hebben voor hun maatschappelijke positie en leiden tot een ongelijke verdeling van schaarse en hooggewaardeerde zaken en een ongelijke waardering en behandeling

Slide 2 - Tekstslide

5 beleidsmaatregelen
(1) Verzekeren tegen inkomensverlies
(2) Belastingssysteem en premieheffingen
(3) Onderwijsbeleid
(4) Wijkgericht achterstandsbeleid
(5) Actief arbeidsmarktbeleid

Slide 3 - Tekstslide

Sociale zekerheid
Verzekeren tegen vormen van inkomensverlies of zorg bieden aan hen die ondersteuning nodig hebben

- Werkeloosheidswet
- Ziektewet
- Wet Werk en Inkomen naar arbeidsvermogen

Slide 4 - Tekstslide

Nederlands belastingssysteem
- Progressief belastingstelsel

- Subsidies en toeslagen (zorgtoeslag, huurtoeslag, etc.)

- Vermogensrendementheffing

Slide 5 - Tekstslide

Onderwijsbeleid
Gericht op het verminderen van de sociale ongelijkheid, door:

- Extra hulp;
- Extra ondersteuning;
- Extra financiering.

Slide 6 - Tekstslide

Wijk achterstandsbeleid
Achterstandswijk, probleemwijk, prachtwijk, Vogelaarwijk, etc.

> Omvormen tot betere wijken door fors in wijken te investeren
- Schooluitval terugdringen;
- Jeugdwerkloosheid terugdringen;
- Verpaupering tegengaan;
- Gevarieerde bevolkingssamenstelling.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Moeilijke conclusies na 10 jaar
- Is 'aandachtswijk' wel goed gekozen? Heterogene wijken vragen diverse aanpak

- Minder verschillen gevonden dan voorop verwacht

- Sociale stijgers en middenstanders moeten als rolmodel niet worden onderschat

Slide 10 - Tekstslide

Actief arbeidsmarktbeleid
- Actief met de arbeidsmarkt bemoeien, door er bijvoorbeeld geld in te pompen om werkgelegenheid te creëren

- Campagnes voeren om mensen aan het werk te krijgen

- Niet-werken ontmoedigen en werkgevers stimuleren

Slide 11 - Tekstslide

6.2
De effecten van beleidsmakers

Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn nu de effecten?
Het is lastig om de effecten van het overheidsbeleid vast te stellen. Dit heeft namelijk met de meetbaarheid te maken van de effecten en de verborgenheid ervan.

Ook speelt de politieke kleur van mensen een belangrijke rol in de bepaling of de effecten positief of negatief zijn van een bepaald beleid.

Slide 13 - Tekstslide

Positieve effecten
(1) Redelijk bestaansmininum voor mensen die het moeilijker hebben. Hierdoor minder ongelijkheid en meer cohesie.

(2) Afname beloningsongelijkheid

(3) Door onderwijs- en arbeidsmarktbeleid vermindering van de kansenongelijkheid

Slide 14 - Tekstslide

Negatieve effecten
(1) Te hoge uitgaven voor de overheid (meer schulden, afname concurrentiepositie, betaalbaarheid)

(2) Verminderende prikkel om te werken door mogelijkheid uitkeringen aan te vragen

(3) Onhoudbare verzorgingsstaat

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Negatieve effecten
(4) Collectieve goederen worden misbruikt

(5) Verstoring marktwerking door overheidssteun en -ingrijpen

(6) Minder particuliere initiatieven. Egalisatie (gelijkheid in de samenleving) wordt weinig nut in gezien door particulieren.
 'De overheid zorgt wel voor je'

Slide 17 - Tekstslide

Noem 3 concrete dingen die je deze les hebt geleerd

Slide 18 - Open vraag

Stelling:
"Een democratie kan niet functioneren zonder ongelijkheid"

Slide 19 - Tekstslide