Oefening 5
1. Laat de afbeeldingen van Heng en Maria zien.
2. Lees de volgende tekst langzaam voor:
- Heng is op school.
- Vandaag heeft hij een toets Engels.
- Heng praat met Maria.
H: Hoi Maria, hoe gaat het?
M: Hoi Heng, goed, En met jou?
H: Goed, veel studeren, he.
M: Nee, ik niet, ik heb geen zin. Ik kijk tv.
H: Oh, maar wij hebben een toets.
M: Ja, dat weet ik.
H: Oei, dat is niet goed.
M: Mag ik bij jou spieken?
H: Nee, dat mag niet.
M: O, alsjeblieft.
H: Nee, sorry. Je moet studeren.
M: Ja, dat klopt. Maar ik heb geen tijd.
H: De volgende keer moet je goed leren.
M: Ja, oké, dat is waar. Je hebt gelijk.