Oefening 2
1. Laat de leerlingen werkblad 2 erbij pakken.
2. Lees onderstaande tekst voor en wijs relevante tekstdelen aan tijdens het lezen:
- Hu en Heng zijn vader en zoon.
- Heng is 15 jaar. Heng gaat naar de ISK.
- Daar leert hij Nederlands.
- En andere vakken.
- Heng gaat later naar een andere school.
- Dan krijgt hij een diploma.
- Hu is 39 jaar. Hij gaat naar de taalschool.
- Daar leert hij Nederlands.
- En andere vakken.
- Hu moet inburgeringsexamen doen.
3. Stel vragen:
- Naar welke school gaat Heng?
- Naar welke school gaat Hu?
- ..........