6.5 Wij en het weer ALLEEN KBL

6.5 Wij en het weer
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zit 21 slide, met tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

6.5 Wij en het weer

Slide 1 - Tekstslide

PTA toets H2 en H6
  • Nu H6 bij langs, tussentijds een toets van
  • Daarna H2 bij langs, tussentijds toets
  • H2 + 6 als PTA toets in toetsweek 3
  • Houd je hw bij! We beginnen nu echt.... 
  • 2x valt een woensdag uit (geen extra les)
  • Nu aan 6.5 (die hoeft BBL niet)

Slide 2 - Tekstslide

Voor vandaag
  • Vorige les 
  • Uitleg bij 6.5
  • Opdrachten maken bij 6.5
  • Lesafsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Temperatuur
  • Temperatuur wordt gemeten met een thermometer
  • Symbool voor temperatuur: T
  • Eenheid voor temperatuur die bij het weerbericht wordt gebruikt: graden Celcius  (oC )

Noem nog een eenheid voor temperatuur?





Slide 4 - Tekstslide

Thermometer ijken
IJken

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen 6.5 
  • Je weet hoe het weerbericht wordt gemaakt.
  • Je weet wat het weerbericht aangeeft.
  • Je weet voor wie het weerbericht belangrijk is.

Slide 6 - Tekstslide

Je weet hoe het weerbericht wordt gemaakt.

Slide 7 - Tekstslide

Het weerbericht
  • Is een VERWACHTING, geen voorspelling!
  • Tot maximaal 3 dagen nauwkeurig door invloeden van water (Noordzee en Atlantische oceaan)
  • Gaat om gemiddelden.


Slide 8 - Tekstslide

Weersverwachting
  • Meteorologische gegevens worden verzameld en vergeleken met waarden uit andere jaren.
  • Map wordt gemaakt waar over gepresenteerd wordt
  • Computer nodig die allerlei dingen uitrekent en visualiseert


Slide 9 - Tekstslide

Metingen voor weerbericht

Meteorologische stations verzamelen metingen:
- temperatuur
- windrichting
- windkracht
- luchtdruk
- luchtvochtigheid

Slide 10 - Tekstslide

Je weet wat het weerbericht aangeeft.

Slide 11 - Tekstslide

Temperatuur in een weerbericht

In Nederland wordt altijd de temperatuur weergegeven in graden Celsius.
Hoe warm wordt het?

Slide 12 - Tekstslide

  • Valt er neerslag?
  • Wat voor neerslag?
  • Hoeveel neerslag?
  • Waar is de kans het grootst?

Slide 13 - Tekstslide

Weersomstandigheden
  • Soms waarschuwt het weerbericht voor extreme  weersomstandigheden 
  • Bijvoorbeeld bij hitte, kou, storm of neerslag

Slide 14 - Tekstslide

Codes
Groen  = geen waarschuwing
Geel     = gevaarlijk weer, vooral watersporten moeten opletten
Oranje = extreem weer, een groot gevaar
Rood    = weeralarm, extreem gevaar

Wanneer? Bij veel neerslag, veel ijs, veel wind of veel smog.

Slide 15 - Tekstslide

Luchtvervuiling
Smog
luchtvervuiling door rook en uitlaatgassen.
Smoke + fog = smog

Slide 16 - Tekstslide

Je weet voor wie het weerbericht belangrijk is. 

Slide 17 - Tekstslide

Voor wie is weer belangrijk?
  • Lucht en scheepvaart voor veiligheid
  • Treinverkeer, bij onweer kan bliksem inslaan in bovenleiding
  • Landhouders, of er droogte is of niet
  • Als je op vakantie gaat, wat moet je mee nemen 

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag
Wat: Maken 6.5 BLZ 109 opdracht 4, 7 t/m 18
Hoe: Zelfstandig / samen 
Hulp: 1. Boek  2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent
Tijd: 25 min 
Klaar: 1. 6.1 afmaken (als je dat nog niet had) 2. Nakijken 3. Aan mij laten zien

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen 6.5 
  • Je weet hoe het weerbericht wordt gemaakt.
  • Je weet wat het weerbericht aangeeft.
  • Je weet voor wie het weerbericht belangrijk is.

Slide 20 - Tekstslide

Einde van de les
  • Huiswerk: Maken 6.5 BLZ 109 opdracht 4, 7 t/m 16
  • Volgende les: verder met 6.2

Blijf zitten en wacht tot de bel is gegaan. 

Slide 21 - Tekstslide