Bijwoord of Bijvoeglijk naamwoord

adjective or adverb

Tijdens dit onderdeel ga jij kijken of je het juiste bijwoord of bijvoeglijk naamwoord weet te vinden.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

adjective or adverb

Tijdens dit onderdeel ga jij kijken of je het juiste bijwoord of bijvoeglijk naamwoord weet te vinden.

Slide 1 - Tekstslide

Adjective - Bijvoeglijk naamwoord

England is beautiful.

Ogier is very slow.

Harley is a bad boy.
Adverb - Bijwoord


You speak English beautifully.

Carmen writes slowly. 

Yousra speaks Spanish badly.

Slide 2 - Tekstslide

Nigel drives a _____ car.
A
beautiful
B
beautifully

Slide 3 - Quizvraag

Demi leaves the room _____.
A
quick
B
quickly

Slide 4 - Quizvraag

Dominique is a very _____ boy.
A
smart
B
smartly

Slide 5 - Quizvraag

Ruben opens his books _____.
A
fast
B
fastly

Slide 6 - Quizvraag

Olaf always wears _____ clothes.
A
nice
B
nicely

Slide 7 - Quizvraag

D'Rachell lives in a _____ house.
A
big
B
bigly

Slide 8 - Quizvraag

Jelle eats his sandwich _____.
A
fast
B
fastly

Slide 9 - Quizvraag

Esmanur has _____ eyes.
A
good
B
goodly

Slide 10 - Quizvraag

Fee speaks English very _____.
A
good
B
well

Slide 11 - Quizvraag

Jacco has a _____ bag.
A
pretty
B
prettily

Slide 12 - Quizvraag

Dave works very _____.
A
quick
B
quickly

Slide 13 - Quizvraag

Vincent is a very _____ boy.
A
smart
B
smartly

Slide 14 - Quizvraag

Opdracht:
Je gaat zelfstandig aan het werk met het maken van de taken.
Deze staan klaar in je Stepping Stones.

Oefeningen F en G.

Slide 15 - Tekstslide