3. Grammar: adjectives-adverbs

Welcome to English class!

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome to English class!

Slide 1 - Tekstslide

Today you will: 5.4
Learn new grammar:
  1. Adverbs and adjectives
Goal:
  • After this lesson you will know how to use adverbs and adjectives
  • You will know what the difference is
  • You can use both forms in a sentence

Slide 2 - Tekstslide

Adjectives


What is the
Adverbs


difference?

Slide 3 - Tekstslide

adjective or adverb

Tijdens dit onderdeel ga jij kijken of je het juiste bijwoord of bijvoeglijk naamwoord weet te vinden.

Slide 4 - Tekstslide

Adjective - Bijvoeglijk naamwoord

England is beautiful.

A snail is very slow.

Henry is a bad boy.
Adverb - Bijwoord


You speak English beautifully.

Carmen writes slowly. 

Paul speaks Spanish badly.

Slide 5 - Tekstslide

and now: 5.4 ex 6/7

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Nigel drives a _____ car.
A
beautiful
B
beautifully

Slide 8 - Quizvraag

Dominique is a very _____ boy.
A
smart
B
smartly

Slide 9 - Quizvraag

Demi leaves the room _____.
A
quick
B
quickly

Slide 10 - Quizvraag

Ruben opens his books _____.
A
fast
B
fastly

Slide 11 - Quizvraag

Tom always wears _____ clothes.
A
nice
B
nicely

Slide 12 - Quizvraag

James lives in a _____ house.
A
big
B
bigly

Slide 13 - Quizvraag

Edwin has _____ eyes.
A
good
B
goodly

Slide 14 - Quizvraag

Jill eats her sandwich _____.
A
fast
B
fastly

Slide 15 - Quizvraag

David speaks English very _____.
A
good
B
well

Slide 16 - Quizvraag

Jim has a _____ bag.
A
pretty
B
prettily

Slide 17 - Quizvraag

Dave works very _____.
A
quick
B
quickly

Slide 18 - Quizvraag

Vincent is a very _____ boy.
A
smart
B
smartly

Slide 19 - Quizvraag

Meer uitleg?
Als je meer uitleg wil over het verschil tussen het bijvoegelijk naamwoord (adjective) en het bijwoord (adverb), bekijk dan deze video.

Succes!
(En onthoud: het gaat er vooral om dat je deze woorden goed kunt toepassen)

Slide 20 - Tekstslide

Reminder!
:Study for your upcoming test unit 5
Mak 5.4: 1,2,3,4,5,6,7,8,9

Ler Studybox Lesson 4!
Test jezelf 5.3+ 5.4
Versterk jezelf
Quizlet

Slide 21 - Tekstslide