Werkwoord, lidwoord, zelfstandig naamwoord

1E/1F Nederlands
20/21 mei 2024
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1E/1F Nederlands
20/21 mei 2024

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Lesdoelen bespreken
- Uitleg werkwoorden
 - Uitleg lidwoord + zelfstandig naamwoord
- Aan de slag
- Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je leert werkwoorden herkennen.
- Je leert lidwoorden en zelfstandige naamwoorden herkennen.

Slide 3 - Tekstslide

Werkwoord
De artiesten hebben een luid applaus gekregen.

Het werkwoord is een woordsoort. In een zin staan altijd één of meer werkwoorden.

Een werkwoord zegt wat iets of iemand doet of wat iets of iemand overkomt. Sommige werkwoorden hebben een onduidelijke betekenis: hebben, kunnen, moeten, mogen, worden, zijn of zullen

Slide 4 - Tekstslide

Werkwoord herkennen
Een werkwoord kun je vervoegen. Je maakt er dan verschillende werkwoordsvormen van. 
Bijvoorbeeld:

- hele werkwoord = krijgen: krijg, krijgt, krijgen, kreeg, kregen, gekregen
- hele werkwoord = opbellen: bel op, belt op, bellen op, belde op, belden op, opgebeld

Slide 5 - Tekstslide

Lidwoord
De agent glimlacht.

In deze zin staan naast het werkwoord nog twee woordsoorten: een lidwoord (de) en een zelfstandig naamwoord (agent).

Er zijn drie lidwoorden (lw):
de, het, een. 

Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig naamwoord:
de televisie - een televisie

Slide 6 - Tekstslide

Lidwoord
Soms staan tussen het lidwoord en het zelfstandig naamwoord nog andere woorden:
een (lw) gloednieuwe televisie (zn)

De woorden de en het  zijn bepaalde lidwoorden (blw), een is een onbepaald lidwoord (olw).
Het schilderij --> een schilderij

Slide 7 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord
Een zelfstandig naamwoord (zn) is een woord voor een mens, dier, plant, ding of gevoel. 

Bijvoorbeeld: dochter, bloemist, zeehond, tulp, telefoon, dorp, liefde

Een eigennaam is ook een zelfstandig naamwoord: Tim Schuurmans, Tiel, Rijn


Slide 8 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord herkennen
- Een zelfstandig naamwoord heeft meestal een enkelvoud en een meervoud (vriend - vrienden)
- Je kunt er vaak een verkleinwoord van maken (vriend - vriendje)  
- Je kunt er vaak de, het of een voor zetten (de vriend, een vriend)

Slide 9 - Tekstslide

  • Je mag samenwerken met degene naast je.
  • Je mag muziek luisteren, maar je gebruik je laptop verder niet.
  • Probeer vragen te stellen als het niet lukt.

Succes!
Aan de slag!

Werkwoord
maken = 2 t/m 7 (blz. 200)

Lidwoord en zelfstandig naamwoord
maken = 1 t/m 5 (blz. 204)

Klaar?
Aan mij laten zien. 

= huiswerk voor donderdag 23 mei

Slide 10 - Tekstslide

Afsluiting
- Je leert werkwoorden herkennen.
- Je leert lidwoorden en zelfstandige naamwoorden herkennen.

Slide 11 - Tekstslide