Hoofdstuk 5 - Energie opslaan en gebruiken

Hoofdstuk 5
Energie opslaan en gebruiken
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 43 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5
Energie opslaan en gebruiken

Slide 1 - Tekstslide

5.1
1. Je vergelijkt de functies van brandstoffen, bouwstoffen en reservestoffen in je lichaam.
2. Je beschrijft het belang van essentiële aminozuren en essentiële vetzuren in je voeding.
3. Je beschrijft hoe planten stoffen opslaan.
4. Je beschrijft de bijdrage van plantaardige voeding in een gezond dieet.

Slide 2 - Tekstslide

Ruststofwisseling
  • Energieverbruik in rust
  • Ademhaling, hartslag, bewegen darmen, werking nieren

Slide 3 - Tekstslide

Brandstoffen

Slide 4 - Tekstslide

Koolhydraten
  • Brandstof
  • Glucose
  • Opgeslagen als glycogeen in spieren en lever

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Vetten
  • Brandstof
  • Bouwstof voor celmembranen en hormonen
  • Opgeslagen onder huid, merg van holle beenderen en rond organen

Slide 7 - Tekstslide

Verzadigde en onverzadigde vetzuren

Slide 8 - Tekstslide

Eiwitten
  • Bouwstof voor (spier)cellen, enzymen
  • Brandstof
  • Kan niet worden opgeslagen

Slide 9 - Tekstslide

Essentiële en niet-essentiële aminozuren

Slide 10 - Tekstslide

Water
  • Belangrijk bestanddeel bloed, lymfe, weefselvloeistof, grondplasma
  • Bouwstof
  • Transportmiddel
  • Oplosmiddel, warmtebuffer, koelvloeistof

Slide 11 - Tekstslide

Vitaminen en mineralen
  • Beschermende stoffen
  • Vitaminen: stofwisseling
  • Mineralen: osmotische waarde, bouwstof, zenuwcellen, enzymen, hormonen
  • Spoorelementen

Slide 12 - Tekstslide

Voedingsvezels
  • Cellulose uit celwanden
  • Moeilijk verteerbaar
  • Goed voor stoelgang

Slide 13 - Tekstslide

5.2
5. Je legt uit hoe in het lichaam verschillende vormen van energie in elkaar over kunnen gaan.
6. Je vergelijkt in een reactievergelijking de anaerobe en aerobe dissimilatie van glucose.
7. Je herkent in welke situaties anaerobe en aerobe dissimilatie plaatsvinden.
8. Je vergelijkt de dissimilatie van glucose, eiwitten, en vetten.

Slide 14 - Tekstslide

Dissimilatie
  • Energie uit brandstoffen komt vrij door dissimilatie
  • Verbranding koolhydraten, vetten en eiwitten in mitochondriën met zuurstof
  • Deel van energie komt vrij als warmte
  • Rest van de (chemische) energie opgeslagen in ATP

Slide 15 - Tekstslide

ATP

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Creatinefosfaat (CP)

Slide 18 - Tekstslide

Anaerobe dissimilatie
+ 2ATP

Slide 19 - Tekstslide

Aerobe dissimilatie

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Dissimilatie
  • Ook vetten en eiwitten kunnen verbrand worden
  • Eiwitten dissimilatie naar ureum en pyrodruivenzuur
  • Vetten dissimilatie naar glycerol en vetzuur, glycerol omgezet naar pyrodruivenzuur
  • CO2, H2O en ureum verlaten het lichaam

Slide 22 - Tekstslide

5.3
9. Je vergelijkt in een reactievergelijking de melkzuurgisting en alcoholische gisting.
10. Je herkent alcoholische gisting en melkzuurgisting in verschillende situaties.

Slide 23 - Tekstslide

Melkzuurbacteriën

Slide 24 - Tekstslide

Melkzuurgisting

Slide 25 - Tekstslide

Gisten (schimmels)

Slide 26 - Tekstslide

Alcoholgisting

Slide 27 - Tekstslide

5.4
11. Je legt uit hoe fotosynthese de basis vormt voor voortgezette assimilatie en dissimilatie bij planten.
12. Je herkent de voorwaarden voor het fotosyntheseproces.
13. Je vergelijkt bruto- en nettoproductie bij planten en benoemt de samenhang tussen hun assimilatie- en dissimilatieprocessen.

Slide 28 - Tekstslide

Fotosynthese

Slide 29 - Tekstslide

Voortgezette assimilatie

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Beperkende factoren

Slide 32 - Tekstslide

Overdag: fotosynthese + dissimilatie
's Nachts: dissimilatie

Slide 33 - Tekstslide

  • Brutoproductie: hoeveelheid glucose die een plant maakt bij fotosynthese (BP)
  • Nettoproductie:  hoeveelheid glucose die over is na dissimilatie (NP)
  • Compensatiepunt: fotosynthese en dissimilatie zijn even groot

Slide 34 - Tekstslide

5.5
14. Je beschrijft de gaswisseling bij planten en legt uit hoe planten hun waterbalans onder verschillende omstandigheden handhaven.
15. Je beschrijft hoe planten water en voedingszouten in plantenwortels opnemen en transporteren.
16. Je vergelijkt de transportroute van planten voor water en mineralen met de sapstromen voor organische stoffen.

Slide 35 - Tekstslide

Huidmondjes
Aanpassingen

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Watertransport wortelcellen
  • Bij kurkbandjes actief transport mineralen via celmembraan
  • Hoge osmotische waarde in centrale cilinder
  • Osmose naar centrale cilinder
  • Kurkbandjes verhinderen terugstromen water
  • Water in houtvat stijgt --> worteldruk

Slide 38 - Tekstslide

Houtvaten
  • Watertransport door verschil waterpotentiaal door verdamping, water aangevuld door capillaire werking (verdampingsstroom)
  • Huidmondjes kunnen sluiten om verdamping tegen te gaan
  • In zomer vooral verdamping, in lente vooral worteldruk

Slide 39 - Tekstslide

Sapstroom
  • Houtvaten (xyleem): anorganisch - water en zouten 
  • Bastvaten (floeem): organisch - water en assimilatieproducten (glucose)

Slide 40 - Tekstslide

  • Ruststofwisseling, koolhydraten, vetten, eiwitten, water, vitaminen en mineralen
  • Essentiële en niet-essentiële aminozuren, verzadigde en onverzadigde vetten
  • ATP, CP, anaerobe en aerobe dissimilatie
  • Melkzuurgisting en alcoholgisting
  • Fotosynthese, voortgezette assimilatie, beperkende factoren, bruto- en nettoproductie glucose
  • Watertransport planten, worteldruk en verdamping, hout- en bastvaten

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Slide 43 - Link