Eerder klaar? Pak je boek er dan bij, blader naar blz. 362
Slide 3 - Tekstslide
Waar richten we ons op de komende vragen?
Argumentatieve vaardigheden
Slide 4 - Tekstslide
Pak je boek en je schrift erbij
Blz. 362
Slide 5 - Tekstslide
1: Welk standpunt wordt er in tekst 1 ingenomen als het gaat om de positie van mannen en vrouwen?
(1p)
A
Het is terecht dat vrouwen bevoorrecht worden, omdat dat al eeuwenlang het geval is.
B
Het is terecht dat vrouwen bevoorrecht worden, omdat ze nu eenmaal zwakker zijn.
C
Mannen moeten bevoorrecht worden, omdat ze al eeuwenlang achtergesteld worden.
D
Mannen moeten bevoorrecht worden, omdat ze het nu slechter hebben dan vrouwen.
Slide 6 - Quizvraag
Standpunt van tekst 1
Inleiding en/of slot goed bekijken!
Tip voor bij meerkeuzevragen:
Bekijk eerst de vraag
Bedenk dan zelf je antwoord
Kijk of je antwoordoptie er tussen staat
Streep opties weg die het in ieder geval niet zijn
Slide 7 - Tekstslide
Opdracht 2 (4p)
De redenering die in tekst 1 wordt uitgewerkt, kan worden samengevat met behulp van het onderstaand schema.
Vul het verder aan. Soms moet je de kern van een argument in eigen woorden samenvatten.
Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord in totaal niet meer dan 70 woorden.
Standpunt
Vrouwen worden bevoorrecht / niet onderdrukt (door mannen).
Argument in alinea 5
Argument in alinea 6
Argument in alinea 7
Conclusie
timer
8:00
Slide 8 - Tekstslide
Argument uit alinea 5 bij de stelling: 'vrouwen worden bevoorrecht.'
De auteur geeft veel voorbeelden en stelt veel vragen
Een argument is een hoofdzaak, laat dus bijzaken weg
Zelf deduceren op basis van de gegeven voorbeelden.
Antwoord (1p):
In de (gezondheids)zorg wordt veel meer geld besteed aan de behandeling van vrouwenziekten.
Slide 9 - Tekstslide
Welk antwoord heb je genoteerd bij alinea 6? Geef antwoord in een of meer volledige zinnen. Let op je spelling en formulering! (1p)
Slide 10 - Open vraag
Welk antwoord heb je genoteerd bij alinea 7? Geef antwoord in een of meer volledige zinnen. Let op je spelling en formulering! (1p)
Slide 11 - Open vraag
Conclusie
Dus (herhaling standpunt)
Blijf dicht bij de tekst
Vrouwenonderdrukking is een mythe/leugen. (1p)
Let op!
Laatste deel van de laatste alinea is een aanbeveling (activerend element). Geen conclusie dus!
Slide 12 - Tekstslide
Hoeveel punten heb je vandaag behaald bij deze twee opdrachten?
A
0 of 1
B
2 of 3
C
4
D
5
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
"Laten we naar het strand gaan. Het wordt mooi weer vandaag." Hier is sprake van:
A
Enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige onderschikkende argumentatie
C
meervoudig nevenschikkende argumentatie
D
geen argumentatie
Slide 16 - Quizvraag
"Zij is de juiste persoon voor die baan van boekverkoopster. Zij heeft ruime ervaring in die branche. Ze heeft namelijk al twee jaar bij een Libris boekhandel gewerkt." Hier is sprake van:
A
Enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige onderschikkende argumentatie
C
meervoudig nevenschikkende argumentatie
D
geen argumentatie
Slide 17 - Quizvraag
"Zij moet de opvolgster worden van onze coach. Want zij heeft al veel ervaring. Zij heeft een positieve uitstraling.Bovendien willen we een vrouwelijk coach."
Hier is sprake van:
A
Enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige onderschikkende argumentatie
C
meervoudig nevenschikkende argumentatie
D
geen argumentatie
Slide 18 - Quizvraag
"Zij moet de opvolgster worden van onze coach. Want zij heeft al veel ervaring. Zij heeft een positieve uitstraling. Bovendien willen we een vrouwelijk coach."
De argumenten zijn hier......
A
onafhankelijk nevengeschikt
B
afhankelijk nevengeschikt
Slide 19 - Quizvraag
"Je moet minder patat en frikandellen eten. Dit kost je veel geld in de week. Je komt niet uit met je zakgeld."
De argumenten zijn hier......
A
onafhankelijk nevengeschikt
B
afhankelijk nevengeschikt
Slide 20 - Quizvraag
Door naar bladzijde 368
De vraag komt ook op het bord.
Boven alinea 4 staat: 'Niet mannen, maar vrouwen zijn bevoorrecht.'
Welke argumentatiestructuur herken je?
Slide 21 - Tekstslide
R. 50-64 Van welke argumentatiestructuur is hier sprake?
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Nevenschikkende argumentatie
C
Onderschikkende argumentatie
D
Onder- en nevenschikkende argumentatie
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Meerdere hoofdargumenten --> nevenschikkend
Slide 24 - Tekstslide
Niet mannen, maar vrouwen zijn bevoorrecht.
Van welke argumentatiestructuur is er sprake in r. 118-125?
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Nevenschikkende argumentatie
C
Onderschikkende argumentatie
D
Onder- en nevenschikkende argumentatie
Slide 25 - Quizvraag
Neven- en onderschikkend.
Slide 26 - Tekstslide
Vandaag zouden we eigenlijk geen les hebben
Maar nu gaat het toch 25 minuten door
Prima! 🙂
Slide 27 - Tekstslide
Waar richten we ons op de komende vragen?
Drogredenen!
Slide 28 - Tekstslide
Uit de examensyllabus
Vragen?
(ze staan ook in je boek NN: blz. 209)
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Video
Vrouwen kunnen niet schaken, want tijdens het edele schaakspel moet men zijn mond houden.
A
Cirkelredenering
B
Vals dilemma
C
Overhaaste generalisatie
D
Persoonlijke aanval
Slide 31 - Quizvraag
Je moet nu onmiddellijk tegen je vrienden zeggen waar het op staat. Als je het niet doet, zul je nooit meer eerlijk met elkaar om kunnen gaan.
A
Bespelen van het publiek
B
Persoonlijke aanval
C
Ontduiken van de bewijslast
D
Vals dilemma
Slide 32 - Quizvraag
Je moet naar mij luisteren en doen wat ik zeg, want ik ben je moeder
A
Cirkelredenering
B
Onjuist beroep op autoriteit
C
Onjuiste vergelijking
D
Ontduiken van de bewijslast
Slide 33 - Quizvraag
Vroeger zat Thomas op feestjes altijd aan de kant. Nu hij strak in pak zit, gekocht bij Van Bils, vechten de meiden om hem.
A
Persoonlijke aanval
B
Onjuist oorzaak-gevolg
C
Ontduiken van de bewijslast
D
Vals dilemma
Slide 34 - Quizvraag
Het is duidelijk dat we ons moeten neerleggen bij het gebruik van fossiele energie. Je hebt OF vooruitgang en welvaart met die vorm van energie OF stilstand en sluipende armoede zonder fossiele energie.
A
Cirkelredenering
B
Onjuist beroep op autoriteit
C
Onjuist oorzaak-gevolg
D
Vals dilemma
Slide 35 - Quizvraag
Natuurlijk moeten we meer bewegen. Geef me één goede reden om dit niet te doen.
A
Cirkelredenering
B
Beroep op onjuiste autoriteit
C
Ontduiken van de bewijslast
D
Meelopersmotief
Slide 36 - Quizvraag
Ik vind het heel goed dat mijn broer het heeft uitgemaakt met zijn verloofde. Neem nou haar vader. Ik hoorde net dat haar vader hem niet eens zijn auto wilde lenen.
A
cirkelredenering
B
meelopersmotief
C
vals dilemma
D
persoonlijke aanval
Slide 37 - Quizvraag
Het moet een slecht sportprogramma geweest zijn. Ik heb niet gekeken, maar alle programma's over sport zijn slecht, dus dit moet ook slecht geweest zijn.
A
Cirkelredenering
B
Meelopersmotief
C
Dreigement
D
Vals dilemma
Slide 38 - Quizvraag
Het is niet goed dat een volk zijn eigen regeringsvorm laat kiezen. Je laat een kind toch ook zijn eigen type opvoeders uitkiezen?
A
Cirkelredenering
B
Onjuist beroep op autoriteit
C
Onjuiste vergelijking
D
Overhaaste generalisatie
Slide 39 - Quizvraag
Oudere docenten kunnen zich niet meer verplaatsen in de belevingswereld van jonge leerlingen. Als je boven de vijftig bent snap je niet meer waar de jonge leerlingen zich druk om maken.
A
Meelopersmotief
B
Onjuiste vergelijking
C
Overhaaste generalisatie
D
Persoonlijke aanval
Slide 40 - Quizvraag
Als je geluidsboxen koopt moet je die van Fony nemen. Mijn vriend in Delft zegt dat ze perfect zijn.
A
Cirkelredenering
B
Onjuist beroep op autoriteit
C
Onjuist oorzaak-gevolg
D
Vals dilemma
Slide 41 - Quizvraag
Ik vind het maar vreemd hoor dat je een oppasmoeder inhuurt zodat je kinderen bezig gehouden worden. Dan geniet zij van hun mooiste speelgoedjaren! Ik huur als ik moet overwerken toch ook geen escort die mijn man 's avonds bezighoudt?