In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
7.2 Slavernij in de koloniën
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Video
De suikerplantages van Suriname
De Engelsen begonnen met plantagekoloniën in Suriname. Ideale klimaatomstandigheden voor het verbouwen van rietsuiker.
Indianen niet geschikt voor werk op de plantage. De plantagehouders haalden slaven uit Afrika.
Slaven werden aangevoerd door middel van de trans- Atlantische slavenhandel (driehoekshandel).
Suriname werd veroverd op de Engelsen door Zeeuwen en Hollanders.
De Staten- Generaal zorgden voor soldaten die de belangen van de plantagehouders verdedigden.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
De suikerplantages van Suriname
Door de jaren ontstond in Suriname een gemengde samenleving van Europeanen, slaven, vrije zwarten, mensen van gemengde afkomst (mulatten) en Indianen.
Ook vrije zwarten en mulatten kochten slaven, waardoor slavernij een wijdverbreid verschijnsel was.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
John Stedman en Boni
Boni was een vrijheidsstrijder in Suriname, kind van een slaveneigenaar en een slavin. De moeder van Boni werd verstoten en vluchtte het oerwoud in en sloot zich aan bij marrons.
Marrons: gevluchte slaven die regelmatig plantages aanvielen om slaven te bevrijden.
Boni werd een leider van de marrons. Hij liet een sterk fort bouwen, in een moeras in het oerwoud. om van daaruit zijn aanvallen uit te voeren.
De Staten- Generaal stuurde extra troepen naar Suriname.
Slide 8 - Tekstslide
John Stedman en Boni
Eén van deze soldaten was John Stedman. Hij schreef een boek over zijn belevenissen in Suriname.
De Britse uitgever censureerde het boek, maar ondanks alle aanpassingen werd het boek van Stedman erg belangrijk in de strijd tegen slavernij.
Deze strijd begon eind 18e, begin 19e eeuw in de Verenigde Staten en in Europa.
Slide 9 - Tekstslide
Afbeelding uit het boek van Stedman
Slide 10 - Tekstslide
Anti- slavernij beweging
In de westerse samenlevingen groeide de weerstand tegen slavernij en slavenhandel.
Het abolitionisme ontstond vanuit verlichte ideeën over gelijkheid en rechtvaardigheid.
Ook in religieuze kringen ontstond steeds meer verzet, omdat volgens christenen dit slecht samenging met naastenliefde en respect.
Aan het begin van de 19e eeuw besloot een aantal grootmachten dat er een einde moest komen aan de slavenhandel en de slavernij.
Slide 11 - Tekstslide
Anti- slavernij beweging
Slavenhandel werd verboden, maar voor de afschaffing van de slavernij waren de economische belangen te groot.
Groot- Brittannië besloot slavenhouders financieel te compenseren voor het afschaffen van de slavernij.
Hierdoor werd in 1833 de slavernij in Groot- Brittannië afgeschaft.
In Nederland werd op 1 juli 1863 de slavernij afgeschaft.