herhalen hoofdstuk 6
1 / 25
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wat is de periode?
A
0,5
B
1
C
4
D
8
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de
evenwichtsstand?
evenwichtsstand?
A
1 meter
B
2 meter
C
3 meter
D
4 meter
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de amplitude?
A
1 meter
B
2 meter
C
3 meter
D
4 meter
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de frequentie?
A
1
B
3
C
6
D
8
Slide 9 - Quizvraag
Hoe bereken je het kwadraat van -5?
A
−52
B
−(5)2
C
(−5)2
D
−(−5)2
Slide 10 - Quizvraag
Bereken
−4+(−4+32)
Slide 11 - Open vraag
Bereken
−(−3)2+(12−32)2
Slide 12 - Open vraag
Hoort bij deze formule een berg- of dalparabool?
m=0,3t2−6t+4
A
Bergparabool
B
Dalparabool
Slide 13 - Quizvraag
Bij welke van onderstaande formules horen bergparabolen?
A
n=−5t+3t2
B
n=−5t−3t2
C
w=3,4t2−250
D
w=−3,4t2+250
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
een parabool hoort bij een wortelverband
A
waar
B
niet waar
Slide 19 - Quizvraag
Welke grafiek hoort bij een wortelverband?
A
1 (links)
B
2
C
3
D
4 (rechts)
Slide 20 - Quizvraag
Welk getal kan je minimaal voor x invullen in het wortelverband:
y=√(x)
A
x=2
B
x=0
C
x=1
D
x=-1
Slide 21 - Quizvraag
Is dit een machtsverband?
y=4x5+3
A
ja
B
nee
Slide 22 - Quizvraag
Hoe herken je een machtsverband?
A
een groeifactor in de formule
B
een letter in de exponent
C
een wortel in de formule
D
variabele met getal >2 in de exponent
Slide 23 - Quizvraag
Machtsverband?
A
JA
B
NEE
