C1 Meer dan lezen §2 en C7 Spelling laatste letter -d of -t

Leg je deze materialen op tafel?
Ipad
een schrift
lesboek
pen/markeerstift 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Leg je deze materialen op tafel?
Ipad
een schrift
lesboek
pen/markeerstift 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
1) Boekpromotie
2) Nakijken huiswerk
3) Meer dan Lezen: §2 Onderwerp van een tekst zoeken
Doel: Je leert hoe je een onderwerp van een tekst kunt bepalen
Pauze
4) Spelling §2
Doel: Je kunt bepalen welke woorden met een -d of -t geschreven worden.
5) Welke kleur ben jij?

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken huiswerk

Slide 3 - Tekstslide

Het stappenplan van lezen 
Stap 1: Oriënterend lezen
Stap 2: Globaal lezen
Stap 3: Precies lezen
Stap 4: Afronding

Slide 4 - Tekstslide

Stap 1: Oriënterend lezen
Doel: het onderwerp van de tekst vinden.

Hoe?
1. Lees de titel, tussenkopjes en bekijk eventuele afbeeldingen.
2. Lees de inleiding
3. Geef antwoord op de vraag: waarover gaat deze tekst? --> in enkele woorden.

Slide 5 - Tekstslide

H1 Lezen §2 Onderwerp
Opdracht:
We lezen samen de blauwe teksten op blz. 18 en 19.
Je maakt opdracht 3 en 4 op blz. 18 en 19 in een schrift.




Nodig: Je boek, een schrift en (markeer)pen
Klaar? Ga naar een nieuwssite en lees het nieuws.




timer
15:00

Slide 6 - Tekstslide

Even pauze
timer
4:00

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer schrijf je een woord met een -d of een -t?

Slide 8 - Woordweb

Laatste letter -d of -t
Veel woorden eindigen op een t-klank. Die t-klank schrijf je:​

  • Bij sommige woorden als een –t: zwart, kast​

  • Bij andere woorden als een –d: paard, bed

Slide 9 - Tekstslide

Verlengproef
Maak het woord langer door er -e, -en of -ig achter te zetten.​

  • Als je dan een -t hoort --> schrijf je een -t aan het einde
 ZWARTE – ZWART/ KRACHTIG-KRACHT​

  • Als je dan een -d hoort --> schrijf je een -d aan het eind
 VERBANDEN-VERBAND/BEDDEN-BED​

Slide 10 - Tekstslide

Eindstan.

Slide 11 - Open vraag

Moet dit woord met een t of een d?
gewelt/geweld
A
gewelt
B
geweld

Slide 12 - Quizvraag

Krokan.

Slide 13 - Open vraag

Moet dit woord met een t of een d?
brandwond/brandwont
A
Brandwond
B
Brandwont

Slide 14 - Quizvraag

Vijfduizen.

Slide 15 - Open vraag

Moet dit woord met een t of een d?
asfalt/asfald
A
asfalt
B
asfald

Slide 16 - Quizvraag

Ik weet wanneer een woord met een d of t moet.
Ja
Nee
Een beetje

Slide 17 - Poll

C7 Spelling §2
Maak opdracht 1 t/m 5 van blz. 230/231 in je boek of schrift.





Hoe: Je mag samenwerken
Nodig: Je boek, een schrift en (markeer)pen
Klaar? Lees op www.ad.nl het nieuws van vandaag of kijk het journaal terug




timer
15:00

Slide 18 - Tekstslide

Welke kleur ben jij?

Slide 19 - Tekstslide

Welke kleur ben ik?
Volgens Lin is blauw de kleur waar ik het meest op lijk. Het ene moment ben ik een kalme blauwe lucht en is er niets aan de hand. Maar er kan zomaar een storm opkomen en dan moet je oppassen. Blauw kan onvoorspelbaar zijn, net zoals de zee. Rood ben ik als de storm in mij raast. Dan zie ik er woedend uit.
In de zomer straal ik een geel bruine gloed uit. Mijn huid verkleurt snel.

Slide 20 - Tekstslide

                     Welke kleur ben jij?
Opdracht:

1) Schrijf zes kleuren op
2) Schrijf achter elke kleur een emotie of gevoel
3) Schrijf achter die emotie een paar voorwerpen/dingen
4) Omschrijf jezelf met wat je bedacht hebt, kies daarbij 
drie kleuren uit, schrijf het in maximaal vijf zinnen op.
5) Stuur het via Teams naar mij (J.M. van Nus)
timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

Ik kon de opdracht met de kleuren goed maken
A
Ja, leuk om te doen
B
Ja, maar best lastig
C
Nee, ik snapte het niet
D
Ja, maar ik vond het niet leuk

Slide 22 - Quizvraag

Ik heb deze les goed meegedaan
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Bedankt voor je inzet

Slide 24 - Tekstslide