GMK Pijnstillers

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GMKMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Noem een oorzaak van pijn

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

bij acute pijn doseren we rond de klok
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

bij chronische pijn is de oorzaak altijd duidelijk
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

welke middelen zijn NSAID's
A
paracetamol en oxycodon
B
oxycodon en carbasalaatcalcium
C
acetylsalicylzuur en naproxen
D
morfine en diclofenac

Slide 12 - Quizvraag

NSAID's geven een interactie met
A
antistollingsmiddelen
B
insuline
C
paracetamol

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

wat is een zwak werken opioïd
A
oxycodon
B
tramadol
C
morfine
D
methadon

Slide 15 - Quizvraag

wat is een bijwerking van opioïden ?
A
duizeligheid
B
diarree
C
maagklachten
D
obstpatie

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

paracetamol werkt
A
antipyretisch en antiflogistisch
B
antiflogistisch en analgetisch
C
antipyretisch en analgetisch

Slide 18 - Quizvraag

ibuprofen werkt
A
antipyretisch, analgetisch en antiflogistisch
B
analgetisch en antiflogistisch
C
antiflogistisch en antipyretisch
D
antiflogistisch

Slide 19 - Quizvraag

hoe werkt Oxycodon
A
antipyretisch
B
analgetisch
C
antiflogistisch en analgetisch
D
antiflogistisch

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

voor welke aandoening wordt
A

Slide 25 - Quizvraag

welk middel is 1ste keus bij neuropatische pijn bij ouderen
A
amitriptyline
B
nortiptyline
C
duloxetine

Slide 26 - Quizvraag

welk middel is 1ste keus bij aangezichtspijn?
A
gabapentine
B
carbamazepine
C
preglabine

Slide 27 - Quizvraag