Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Herhaling : futur proche
le futur proche
In deze LessonUp herhaal je de futur proche
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
le futur proche
In deze LessonUp herhaal je de futur proche
Slide 1 - Tekstslide
futur proche
futur = toekomst (denk aan het Engels - the future)
proche = nabij
--> de nabije toekomst
bv ik ga eten
ex. je vais manger
ik eet nu nog niet, maar ik ga het doen, over een aantal minuten...
Slide 2 - Tekstslide
hulpwerkwoord
ik ga eten
je vais manger
hulpwerkwoord:
gaan = aller
dat moet je dus vlot kennen!
Slide 3 - Tekstslide
le verbe "aller"
Slide 4 - Tekstslide
le verbe aller
hierna volgen een aantal opdrachten over de vervoeging van 'aller'
Slide 5 - Tekstslide
'Aller' betekent
A
gaan
B
zijn
C
kunnen
D
willen
Slide 6 - Quizvraag
Aller
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
vais
vas
va
allons
allez
vont
Slide 7 - Sleepvraag
Zet de vervoegingen van het werkwoord 'aller' in de goede volgorde.
aller
il, elle, on va
nous allons
tu vas
vous allez
ils vont
je vais
Slide 8 - Sleepvraag
aller (je)
timer
0:20
Slide 9 - Open vraag
aller (tu)
timer
0:20
Slide 10 - Open vraag
aller (nous)
timer
0:20
Slide 11 - Open vraag
aller (vous)
timer
0:20
Slide 12 - Open vraag
exercices
hierna volgen een aantal opdrachten over de futur proche
Slide 13 - Tekstslide
nager - je
futur proche
A
je nage
B
j'ai nagé
C
je vais nager
D
je vas nager
Slide 14 - Quizvraag
jouer au foot - nous
futur proche
A
nous allez jouer au foot
B
nous allons jouer au foot
C
nous avons joué au foot
D
nous jouons au foot
Slide 15 - Quizvraag
Zet in de futur proche:
je regarde une série.
A
je vas regarder une série.
B
je vais regarder une série.
C
je vais regarde une série
D
j'aller regarder une série.
Slide 16 - Quizvraag
Welke zin staat in de futur proche?
A
Monique et Pierre vont à Paris.
B
Monique et Pierre sont allés à Paris.
C
Monique et Pierre vont aller à Paris.
D
Monique et Pierre va aller à Paris.
Slide 17 - Quizvraag
Welke zin staat niet in de futur proche?
A
Tu as mangé une pizza.
B
Tu vas manger une pizza.
C
Vous allez manger une pizza.
D
Nous allons manger une pizza.
Slide 18 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Futur proche
November 2023
- Les met
23 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Futur proche
November 2023
- Les met
25 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Futur proche
Mei 2024
- Les met
23 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Futur proche
November 2022
- Les met
27 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2HV H0 les 5
September 2021
- Les met
18 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
vragen/aller
Juni 2024
- Les met
15 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
H2 - Uitleg 'aller' en futur proche
September 2024
- Les met
18 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Le futur proche et le passé récent
Augustus 2024
- Les met
30 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1