In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
WELKOM TERUG! FIJN DAT JE ER BENT!
Slide 1 - Tekstslide
Hoe ging jouw week challenge?
Slide 2 - Open vraag
Weet je nog?
- iedere week heb je een week challenge
- die lever je de volgende week in
- na 5 weken ontvang je je (5) challenges terug (volgende week)
- je maakt een mapje en doet ze erin
-je start weer met nieuwe week challenges
Aan het einde van de les kun je de eerdere week challenges meenemen.
Dit is jouw verantwoordelijkheid!
Slide 3 - Tekstslide
Wat weet je nog van de winnaarsdriehoek?
Slide 4 - Woordweb
Hoe kwam je ook alweer aan gewoontes?
Slide 5 - Open vraag
Wat weet je nog van de dramadriehoek?
Slide 6 - Woordweb
VORIGE WEEK:
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Voorbeeld: Een aantal maanden geleden heb ik een grote smak gemaakt met mountainbiken. Naast fysieke blessures was ik ook flink geschrokken .
Vooral nu ik net ergens anders ging werken!
In mijn gedachten stapte ik in de dramadriehoek met de drie bijbehorende rollen. Dat ging ongeveer als volgt:
Aanklager: ‘Hoe kon je nou zo stom zijn om te vallen?’
Redder: ’Je kunt er niets aan doen, je zag dit niet aankomen.’
Slachtoffer: ‘Het ligt allemaal aan mij, ik had niet moeten gaan fietsen aan het einde van een drukke week.’
Redder: Ja maar het is juist lekker om even te gaan fietsen na zo’n drukke week.’ Etc. etc.
En in je eigen gedachten?
Slide 10 - Tekstslide
Aanklager: ‘Hoe kon je nou zo stom zijn om te vallen?’
Redder: ’Je kunt er niets aan doen, je zag dit niet aankomen.’
Slachtoffer: ‘Het ligt allemaal aan mij, ik had niet moeten gaan fietsen aan het einde van een drukke week.’
Redder: Ja maar het is juist lekker om even te gaan fietsen na zo’n drukke week.’ Etc. etc.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
En hoe zat het ook alweer met gedachten?
Zijn die altijd waar?
Slide 13 - Tekstslide
DOELEN VANDAAG:
Je kent het verschil tussen helpende en pestende gedachtes
Je kan uitleggen welke invloeden die gedachten hebben
Je kan benoemen hoe je invloed kunt uitoefenen op je gedachten
Je weet welke voordelen dit heeft
Waarom?
Als je bovenstaand goed kunt toepassen :
Zul je rustiger worden
Je piekert minder
Je hebt jezelf meer onder controle
Je concentreert je beter
Je wordt er gelukkiger van!
Slide 14 - Tekstslide
Gedachten stroom
Bij een vorige les bespraken we overtuigingen die je kan hebben & vaak zijn die "normaal" of een gewoonte geworden.
Jouw gedachten zorgen er vaak voor dat je die overtuigingen hebt en houdt.
Ook al leveren die je geen fijne gevoelens op / of hebben ze invloed op hoe je ergens op reageert.
Weet je nog: Mijn wiskunde leraar?
Slide 15 - Tekstslide
JE GEDACHTEN:
Is het waar? (meestal niet)
Heb ik er invloed op?
Nee Ja
Helpende ACTIE! (vorige les)
Gedachten
(Acceptatie &
Loslaten)
Slide 16 - Tekstslide
Op welke van de bovenstaande G's heb je invloed?
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Welk gevoel denk je dat negatieve gedachten je geven?
Slide 19 - Woordweb
Welk gevoel denk je dat helpende gedachten je geven?
Slide 20 - Woordweb
Herkennen
= nadenken over waarom je dit denkt
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
00:39
Welke gedachte zou jij hebben gehad & welk gevoel zou dat je geven?
Slide 23 - Open vraag
Experiment 1:
In groepjes van 2-4
1: leest de opdracht voor
2: vult het formulier /opdracht in
3: beheert en leest de kaarten
4: is de tijdsmanager
Besluiten maken doe je met je groep:
(desnoods stem je over je antwoord) Tijd: 10 minuten
Klassikaal nabespreken
timer
10:00
Slide 24 - Tekstslide
Had het Orlando kunnen helpen om na te denken over hoe hij zich voelde voordat hij boos werd op zijn vriendin?
Had het Orlando kunnen helpen stil te staan bij zijn gedachten? Waren zijn gedachten waar?
Slide 25 - Tekstslide
Er is 1 dingetje die je niet moet vergeten als je hiermee aan de slag gaat.
Je brein pikt de woorden op, maar zal niks kunnen met opmerkingen als geen of niet.
Om een bekend voorbeeld te geven: als ik zeg dat je NIET aan een roze olifant moet denken, waar denk jij dan aan? Inderdaad. Juist wel aan die roze olifant.
Kies dus een helpende gedachte die positief gesteld is & kort en krachtig is. De boodschap komt ook krachtiger binnen als je de zin zo stelt dat het nu al zo is. Dus niet ‘Misschien gaat het met lukken om…’,
maar ‘ik kan het!’
Slide 26 - Tekstslide
Experiment 2:
Instructie:
Kijk op de tafel bij de kaartjes met helpende gedachten
Maak een foto van het kaartje dat jou het meest aanspreekt
Deze week: Als je merkt dat je negatief over iets denkt,
Zoek de foto op en laat deze helpende gedachte toe!
Slide 27 - Tekstslide
CHALLENGE VOOR DEZE WEEK:
Deze week oefen je met het letten op je pestende gedachten & helpende gedachten in situaties
Opdracht week challenge- uitgedeeld
Volgende week inleveren!
Lees deze vast door- je kunt nu nog vragen stellen!
Slide 28 - Tekstslide
DOELEN VANDAAG:
Je kent het verschil tussen helpende en pestende gedachtes
Je kan uitleggen welke invloeden die gedachten hebben
Je kan benoemen hoe je invloed kunt uitoefenen op je gedachten