§2.1 Pinpas of portemonnee?

Paragraaf 2.1
Pinpas of portemonnee
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 2.1
Pinpas of portemonnee

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Toets inzien (5 min.)
  • Uitleg §  (10 min.)
  • Opdrachten maken (40 min.)
  • Afsluiting (5 min.)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betaal je vaker met contant geld of met je pinpas?
Contant
Pinpas

Slide 4 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt € 15 op je bankrekening staan. Op de bankrekening krijg je € 10 zakgeld van je ouders. Je koopt mascara en pint daarvoor € 7,50.

Wat wordt je nieuwe saldo?

Slide 7 - Open vraag

€ 15 + € 10 - € 7,50 = € 17.50

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Noem een voordeel en een nadeel van elektronisch betalen.
Opdrachten §2.1
Maken deze les:
  • Opdracht 2 t/m 10

Wat ga je doen als je klaar bent?
  • Verder met paragraaf 2.2 (opdracht 14, 15, 16, 17, 20, 22, 23, 24, 26 en rekenopdracht 6)
  • Ander vak

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies