Na deze les weet je hoe je Engelse werkwoorden kunt spellen
Slide 2 - Tekstslide
§7 Persoonsvorm-TT
Het Nederlands heeft veel werkwoorden uit het Engels overgenomen. We vervoegen deze leenwoorden net als Nederlandse werkwoorden.
Slide 3 - Tekstslide
§7 Persoonsvorm-TT
Zo spel je Engelse werkwoorden
De ik-vorm tt van een Engels werkwoord maak je meestal door en van het werkwoord af te halen: speechen – speech; rugbyen – rugby.
Als het voor de juiste uitspraak nodig is, blijft de e staan: timen – time; liken – like.
Slide 4 - Tekstslide
§7 Persoonsvorm-TT
Als het woord in het Engels eindigt op een dubbele medeklinker, schrijf je een enkele medeklinker: flossen – flos, tenzij de dubbele medeklinker nodig is voor de juiste uitspraak: paintballen – paintball.
Slide 5 - Tekstslide
§7 Persoonsvorm-TT
Engelse werkwoorden zijn in het Nederlands zwak. In de verleden tijd en bij het voltooid deelwoord gebruik je dus ’t (e) x - f (o) k s ch (aa) p.
Bekijk de voorbeelden op blz. 260 in je boek
Slide 6 - Tekstslide
Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?
Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................
Slide 7 - Tekstslide
H2E-2022
Slide 8 - Tekstslide
H2F
Slide 9 - Tekstslide
Aan de slag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
§7 Persoonsvorm-TT
Maken:
Cursus 7-
§ 10 Engelse werkwoorden
blz. 260-261
opdr. 1 t/m 5
Staat er: vul in, markeer, omcirkel, dan mag je ALLEEN MET POTLOOD werken in je boek
Slide 12 - Tekstslide
apps.noordhoff.nl
Slide 13 - Link
§7 Persoonsvorm-TT
Opdracht 1 ( mag in je boek, maar alleen met potlood!)
Opdracht 2 t/m 4 in je schrift
Als er staat: neem de zinnen over, dan NEEM JE DE ZINNEN OVER!