2.2 Zuivere stoffen en mengsels 2KT

Nask

Meld je aan bij LessonUp
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Nask

Meld je aan bij LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Terugblik vorige les
  • Zuivere stoffen en mengsels
  • Verschillende soorten mengsels
  • Mengsels scheiden
  • Opdrachten 2.2
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Stofeigenschappen

Slide 3 - Tekstslide

Wat is geen stofeigenschap?
A
kleur
B
geur
C
gewicht

Slide 4 - Quizvraag

Welke stof heeft een zoete smaak?
A
Zout
B
Suiker
C
Azijn
D
Citroen

Slide 5 - Quizvraag

Welke stof is brandbaar?
A
IJzer
B
Alcohol
C
Glas
D
Plastic

Slide 6 - Quizvraag

H2 stoffen 
2.2 Zuivere stoffen en mengsels

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een ander woord voor stoffen?
A
Spul
B
Materialen
C
Dingen
D
Eigenschappen

Slide 8 - Quizvraag

Aan het eind van deze les kan jij...
  1. Het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel uitleggen en voorbeelden noemen.
  2. Het verschil tussen oplossingen en suspensies uitleggen en voorbeelden noemen.
  3. Uitleggen hoe je stoffen kan scheiden door middel van extraheren en filtreren.

Slide 9 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels
Zuivere stof:  
Er zit maar één ingrediënt in
Mengsel:
Meerdere ingrediënten door elkaar

Slide 10 - Tekstslide

Is suiker een mengsel of zuivere stof?
A
mengsel
B
zuivere stof

Slide 11 - Quizvraag

Thee is een zuivere stof
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

mengsel of zuivere stof?
A
mengsel
B
zuivere stof

Slide 13 - Quizvraag

2 belangrijke mengsels
Suspensie:
Een mengsel waar stukjes in zitten
Oplossing: 
Een mengsel waar je door heen kan kijken (helder)

Slide 14 - Tekstslide

Koppel het plaatje aan het soort oplossing
Suspensie
Oplossing

Slide 15 - Sleepvraag

Hiernaast zie je een mengsel.
Wat is dit voor een
soort mengsel?
A
Zuivere stof
B
Oplossing
C
Mengsel
D
Suspensie

Slide 16 - Quizvraag

Hiernaast zie je een mengsel.
Wat is dit voor een
soort mengsel?
A
Zuivere stof
B
Oplossing
C
Suspensie

Slide 17 - Quizvraag

Hiernaast zie je een mengsel.
Wat is dit voor een
soort mengsel?
A
Zuivere stof
B
Oplossing
C
Suspensie

Slide 18 - Quizvraag

Hiernaast zie je een mengsel.
Wat is dit voor een
soort mengsel?
A
Zuivere stof
B
Oplossing
C
Mengsel
D
Suspensie

Slide 19 - Quizvraag

bestaat uit één soort stof
een helder mengsel van een oplosmiddel en een opgeloste stof
bestaat uit twee of meer stoffen
slecht mengbare vloeistoffen
oplossing
zuivere stof
suspensie
mengsel

Slide 20 - Sleepvraag

Stoffen scheiden

Slide 21 - Tekstslide

Wat doen we bij scheiden
A
stoffen kapot maken
B
Stoffen mengen
C
Stoffen sorteren

Slide 22 - Quizvraag

Extraheren
  • Stoffen uit elkaar halen doordat sommige stoffen oplossen en andere stoffen niet
  • Na extraheren moet je nog filtreren.
Oplosmiddel toevoegen

Slide 23 - Tekstslide

Wat is extraheren?
A
Het scheiden van een stoffen met een filter.
B
Een scheidingsmethode waarbij de hele stof oplost en er niets achterblijft.
C
Een scheidingsmethode waarbij een deel van de stof oplost en een deel achterblijft.
D
Geen van bovenstaande antwoorden is juist.

Slide 24 - Quizvraag

Filtreren
  • Stoffen uit elkaar halen met een filter
  • Dit kan alleen met een suspensie, want daar zitten stukjes in.

Slide 25 - Tekstslide

Filtreren gebruik je om … van … te scheiden
A
een gas - stukjes
B
stukjes - een vloeistof
C
een vloeistof - een gas

Slide 26 - Quizvraag

Een suspensie kan je scheiden door
A
extraheren
B
filtreren

Slide 27 - Quizvraag

Filtreren en extraheren
Oplosmiddel: de vloeistof waar dingen in worden opgelost

Residu: de resten die achterblijven in het filter

Filtraat: de vloeistof die door het filter is gegaan en die je gebruikt.

Slide 28 - Tekstslide

Bij het thee zetten is het water:
A
Filtraat
B
Prut
C
Residu
D
Oplosmiddel

Slide 29 - Quizvraag

Bij thee zetten zijn de theeblaadjes
die achter blijven:
A
Filtraat
B
Prut
C
Residu
D
Oplosmiddel

Slide 30 - Quizvraag

Bij thee zetten is de thee die je uiteindelijk drinkt:
A
Filtraat
B
Prut
C
Residu
D
Oplosmiddel

Slide 31 - Quizvraag

Indampen
  • Scheidingsmethode: Indampen
  • Stofeigenschap: Kookpunt
  • Soorten mengsels: Oplossingen

Slide 32 - Tekstslide

Een oplossing kan je scheiden door
A
extraheren
B
filtreren

Slide 33 - Quizvraag

Schrijf op!

Slide 34 - Tekstslide

1. Een vaste stof in een vloeistof die niet mengen
2. Een vaste stof in een vloeistof die wel mengen
3. Een vloeistof in een vloeistof die niet mengen
4. Een hulp stof die er wel voor zorgde dat een emulsie mengt.
5. Hieruit bestaan alle stoffen.
Emulsie
Oplossing
Emulgator
Suspensie
Moluculen

Slide 35 - Sleepvraag

Slide 36 - Tekstslide

Nu zelf aan de slag
Maak de opdrachten van 2.2 op blz. 51 t/m 56

Klaar?
Maak digitaal test jezelf van 2.2

Slide 37 - Tekstslide

Snap jij...
  1. Het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel.
  2. Het verschil tussen oplossingen en suspensies.
  3. Wat extraheren en filtreren is.
Ik snap er niks van
Ik snap het een beetje
Ik snap het best goed
Ik snap het helemaal
Ik zou dit aan iemand kunnen uitleggen

Slide 38 - Tekstslide

De volgende les
  • Gaan we aan de slag met paragraaf 2.3 Massa en volume
  • Huiswerk: de opdrachten van 2.2 af maken.

Slide 39 - Tekstslide

Einde van de les
  • Blijf rustig op je plek                                                                                      zitten tot de bel gaat                                                                                 en schuif je je stoel aan.

  • Tot de volgende les! 

Slide 40 - Tekstslide

Huiswerk voor de les van volgende week

Maak digitaal test jezelf van 2.2

Slide 41 - Tekstslide

Wat vond jij van deze les?
Geef minstens één tip en één top

Slide 42 - Open vraag