In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 10 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is op de volgende slides het onderstreepte woord?
Slide 2 - Tekstslide
Verdachte L. heeft volgens de rechtbank de wet niet overtreden.
A
Persoonsvorm
B
Voltooid deelwoord
C
Onderwerp
Slide 3 - Quizvraag
Verdachte L. heeft volgens de rechtbank de wet niet overtreden.
A
Persoonsvorm
B
Voltooid deelwoord
C
Onderwerp
Slide 4 - Quizvraag
De vraag die moet worden beantwoord, is of er sprake is van fraude.
A
Persoonsvorm
B
Voltooid deelwoord
C
Onderwerp
Slide 5 - Quizvraag
De boze cliënt beantwoordt alle vragen.
A
Persoonsvorm
B
Voltooid deelwoord
C
Onderwerp
Slide 6 - Quizvraag
Om te beginnen is de vraag of de heer Kharman een belang heeft bij het verlenen van de kapvergunning. Omdat de gekapte bomen recht voor zijn huis stonden, had meneer Kharman een rechtstreeks belang bij het al dan niet kappen van de bomen.
A
Persoonsvorm
B
Voltooid deelwoord
C
Onderwerp
Slide 7 - Quizvraag
Volgens het deskundigenrapport lijdt de verdachte weliswaar aan een persoonlijkheidsstoornis, maar valt haar handelen haar volledig toe te rekenen.
A
Persoonsvorm
B
Voltooid deelwoord
C
Onderwerp
Slide 8 - Quizvraag
Eerst moet worden bepaald of er sprake is van een rechtspersoon of van een natuurlijk persoon.
A
Persoonsvorm
B
Voltooid deelwoord
C
Onderwerp
Slide 9 - Quizvraag
Een deel van de supporters is gelijk opgepakt door de politie.