VP Rekenen deel 2 les 2

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Een patiënt krijgt 0,5 liter NaCl plus 150 ml waar medicatie opgelost in is. Deze wordt toegediend met een druppelregelaar. Het geheel moet in 4 uur inlopen.
Wat is de druppelsnelheid per minuut? 1ml = 20 druppels

Slide 5 - Open vraag

Erythrocytenconcentraten moeten in 6 uur ingelopen zijn. Een verpakking bestaat uit 900 ml.
Wat is de juiste druppelsnelheid in druppels per minuut, uitgaande van 1 ml = 18 druppels?

Slide 6 - Open vraag

Een cliënt krijgt continu sondevoeding voorgeschreven. Er wordt gebruik gemaakt van een voedingspomp. De cliënt dient 2 liter per 24 uur toegediend te krijgen.
Op hoeveel ml per uur stel je de pomp in?
Rond je antwoord, indien nodig, af op hele ml.

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Hoeveel mg stof zit er opgelost in 1 ml van een 6%-oplossing?

Slide 9 - Open vraag

Hoeveel mg stof zit er opgelost in 1 ml van een 23%-oplossing?

Slide 10 - Open vraag

Hoeveel mg is er opgelost in een 1% oplossing bij 5ml?

Slide 11 - Open vraag

Hoeveel GRAM is er opgelost in een 1% oplossing bij 250 ml?

Slide 12 - Open vraag

Hoeveel mg zit er opgelost in 2 ml van een 2%-oplossing?

Slide 13 - Open vraag

Hoeveel mg zit er opgelost in 4 ml van een 7%-oplossing?

Slide 14 - Open vraag

Je moet 400 mg van een medicijn toedienen. Een ampul van 2 ml bevat 100 mg/ml.
Hoeveel ampullen heb je nodig?

Slide 15 - Open vraag

In de kast staat een flesje medicatie met nog 500 ml erin. Op het etiket zie je dat het om 2,5%-oplossing gaat.
Hoeveel gram werkzame stof zit daarin?

Slide 16 - Open vraag