PS2 - Woche 12 - Stunde 1

PS2 - Woche 12 - Stunde 1
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

PS2 - Woche 12 - Stunde 1

Slide 1 - Tekstslide

Planung

Wochenaufgaben checken + slim stampen inleveren

Wiederholung Grammatik 4:
  • bezittelijk voornaamwoord & ein / kein + Aufgabe


Meting Grammatik 4: 26. März



Ziele

  • Je kunt de bezittelijk voornaamwoorden & ein/kein actief gebruiken.

  • Je beheerst woorden rondom het thema “Freizeit” (Lernliste Kapitel 6)





Slide 2 - Tekstslide

Wochenaufgaben 
Af voor maandag
Verbessern: Paragraf A, B, C
Fertig:
  • Paragraf D: Grammatik
  • Sprechen: Aufgabe über deine Freizeit sprechen: Aufgabe in Teams. Audio- opname inleveren in Woche 11
Kennen: K6
  • Slim Stampen Paragraf D: Grammatik
  • Slim Stampen: overhoren Lernliste N-D & D-N




Slide 3 - Tekstslide

Screenshot Vokabeln 4
Ziel: Ik beheers woorden rondom het thema “Freizeit” (Lernliste Kapitel 6)
Lever je Screenshot van Kapitel 6 in kanaal 'screenshot Slim stampen' in. 

Voorwaarden Badge Vokabeln 4 gehaald: 
  • Alle opdrachten van Kapitel 6 Paragraf A , B, C, D zijn voldoende afgerond (80% of >)
  • Slim stampen A,B,C,D en H en overhoren N-D en D-N is boven de 80%.
  • Naam is zichtbaar (rechtsboven)
  • Hoofdstuk is zichtbaar

Slide 4 - Tekstslide

Goed voorbeeld
NEIN NEIN NEIN

Slide 5 - Tekstslide

Meting Grammatik 4
Lernen: Kapitel 5:

  • onbepaald lidwoord ein(e) & kein(e)
  • bezittelijk voornaamwoorden + regel met 'e' of zonder 'e'


Slide 6 - Tekstslide

BEZITTELIJK VOORNAAMWOORDEN & 
EIN(E)/ KEIN(E)

Weet jij nog......?

Slide 7 - Tekstslide

Het bezittelijke voornaamwoord:
- geeft een bezit aan
- staat vóór een zelfstandig naamwoord

Voorbeelden bezittelijk voornaamwoord:
- Ik eet mijn banaan. / Ich esse meine Banane.
- Dat is jouw huis.     /  Das ist dein Haus.
- Waar is zijn fiets?   /  Wo ist sein Fahrrad?

Slide 8 - Tekstslide

mijn
jouw
zijn
haar
hun
onze
jullie
uw
mein
unser
ihr (m.v.)
ihr (e.v.)
sein
Ihr
dein
euer

Slide 9 - Sleepvraag

Wanneer krijg je achter het bezittelijk voornaamwoord een extra e ?
A
mannelijk en vrouwelijk
B
vrouwelijk en onzijdig
C
mannelijk en onzijdig
D
vrouwelijk en meervoud

Slide 10 - Quizvraag

mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
der Mann
die Frau
das Kind
die Autos
ein Mann
eine Frau
ein Kind
keine Autos
mein Mann
meine Frau
mein Kind
meine Autos
Het geslacht van de zelfstandige naamwoorden
Het onbepaalde lidwoord ein- en het woord kein- krijgen bij vrouwelijke en in het meervoud een -e.
Dat geldt ook voor de bezittelijke voornaamwoorden.

Slide 11 - Tekstslide

mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
der Mann
die Frau
das  Kind
die Autos
mein Mann
deine Frau
dein Kind
deine Autos
Voorbeelden:
- Mein Bruder (m) hat Zahnschmerzen.
- Unsere  Eltern (mv) sind sehr lieb.
- Eure Lehrerin (v) hat Hunger.
- Ihr Baby (o) schläft.

Slide 12 - Tekstslide

Bezittelijke voornaamwoorden

Slide 13 - Tekstslide

(Mijn) Hobby ist Handball.
A
Meine
B
Mein
C
Deine
D
Dein

Slide 14 - Quizvraag

Das sind (onze) _____ Gläser.
A
meine
B
dein
C
ihr
D
unsere

Slide 15 - Quizvraag

Ist das (jouw)____ Gabel?

Slide 16 - Open vraag

(haar) ____ Schnitzel ist kalt geworden.

Slide 17 - Open vraag


Wo liegt (jullie) Dorf?

Slide 18 - Open vraag


Wie alt ist (jouw) Bruder?

Slide 19 - Open vraag


Kann ich bitte (uw) Adresse haben?

Slide 20 - Open vraag

Option 1: Arbeitsblatt:
Was: Klick auf den Link und mache die Aufgabe.
Zeit: 10 MInuten

Option 2: kurze Geschichte schreiben
Was: Schreibe eine kurze Geschichte von mindestens 50 Wörter zum Thema Freizeit. Gebruik daarbij: 
(1) de bezittelijk voornaamwoorden & ein/kein
(2) Wörter aus der Lernliste Thema Freizeit
(3) Let op de correcte vervoeging van de werkwoorden en je spelling!
Zeit: 20 MInuten. Lever via de chat in bij de docent. 

Fertig = 
  • Verbeteren in K6 (Paragraf A, B, C, D)
  • Lernen meting Grammatik 4
  • Anfangen Kapitel 7: Thema wohnen


Slide 21 - Tekstslide

Nächste Stunde
  • Oefentoets Grammatik 4
  • Anfangen Thema wohnen 

Slide 22 - Tekstslide