QUIZ vakbekwaam medewerker periode 2 ALMDv32
1 / 30
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
het brutoloon is
A
gelijk aan het nettoloon
B
meer dan het nettoloon
C
minder dan het nettoloon
D
altijd te laag
Slide 2 - Quizvraag
De omzet is
A
hoger dan de winst
B
gelijk aan de winst
C
lager dan de winst
D
alle inkomsten van het bedrijf
Slide 3 - Quizvraag
De bruto winst =
A
omzet - variabele kosten
B
variabele kosten - vaste kosten
C
omzet - alle kosten
D
geen idee
Slide 4 - Quizvraag
de nettowinst is
A
omzet - vaste kosten
B
vaste ksote gedeeld door de variabele kosten
C
de bruto winst - vaste kosten
D
geen idee
Slide 5 - Quizvraag
Afschrijvingskosten zijn:
A
echte kosten
B
jaarlijkse uitgaven
C
geen echte kosten
D
een boekhoudtrucje
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de omloopsnelheid
A
De tijd die een medewerker gebruikt om het werk af te krijgen
B
De tijd totdat een middel is afgeschreven
C
De tijd tussen investering en het terugverdienen hiervan
D
uuuuuuuhh
Slide 7 - Quizvraag
De economische levensduur is niet afhankelijk van
A
het gebruik van het middel
B
restwaarde
C
afschrijvingsmethode
D
belastingdienst
Slide 8 - Quizvraag
Afschrijving kan op basis van
A
de aanschafwaarde
B
de verkoopwaarde
C
de boekwaarde
D
de restwaarde
Slide 9 - Quizvraag
Duurzame bedrijfsmiddelen zijn
A
Middelen die energie besparen
B
Middelen die ervoor zorgen dat we onze aarde minder belasten
C
Middelen die een bedrijf gedurende lange tijd gebruikt
D
Middelen die het bedrijf geld besparen
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Wat staat er allemaal in een offerte?
Slide 12 - Woordweb
Waar kijk je allemaal naar, als je een offerte gaat vergelijken?
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Video
Welke 5 tips zijn besproken?
