les 5 8.5

• wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

les 5 8.5

leerdoelen vorige les

8.3

• Ik weet wat overstaande hoeken zijn.

8.4

• Ik weet wat schuifsymmetrie is en kan dit toepassen bij evenwijdige lijnen.
• Ik kan een vlakvulling maken met vlakke figuren.

overstaande hoeken

hoek S₁ =

hoek S_{2 =}

overstaande hoeken

hoek P₁₂ =

hoek P3 ₌

Een hoek van 180 graden is een...

1. Rechte hoek
2. Gestrekte hoek
3. Volle hoek
4. Overstaande hoek

Hoek P1 en P2 zijn...

1. Gestrekte hoek
2. Overstaande hoeken

Wat is de overstaande hoek van hoek A2?

1. Hoek A145
2. Hoek A45
3. Hoek A15
4. Hoek A345

wat is de overstaande hoek van

∠A​12​​

1. ∠A​56​​
2. ∠A​4​​
3. ∠A​45​​
4. ∠A​5​​

schuifsymmetrie

motief

patroon

Schuifsymmetrie

maak een foto van huiswerkopdracht 45 uit je werkboek

maak een foto van huiswerkopdracht 65 uit je werkboek

leerdoelen

• Ik kan hoeken berekenen in een gelijkbenige driehoek door eerst een schets te maken.
• Ik kan hoeken berekenen door gebruik te maken van de regel 'gestrekte hoek'. 

gelijkbenige driehoek

hoe groot is hoek Q?

hoe groot is hoek R?

een schets maken

Van een gelijkbenige driehoek ABC is AB = AC en hoek B = 75 graden. Bereken hoek A en hoek C.

een schets maken

Van een gelijkbenige driehoek ABC is AB = AC en hoek B = 75 graden. Bereken hoek A en hoek C.

aanpak:

Maak een schets en zoek de gelijke hoeken.

een schets maken

Van een gelijkbenige driehoek ABC is AB = AC en hoek B = 75 graden. Bereken hoek A en hoek C.

aanpak:

Maak een schets en zoek de gelijke hoeken.

een schets maken

Van een gelijkbenige driehoek ABC is AB = AC en hoek B = 75 graden. Bereken hoek A en hoek C.

aanpak:

Maak een schets en zoek de gelijke hoeken.

hoek C = hoek B (lijnsymmetrie, basishoeken)

hoek A = 180 - 75 - 75 = 30 graden (hoekensom driehoek)

Welke hoek is de tophoek?

1. Â
2. Ô
3. Ê
4. geen van allen

In een gelijkbenige driehoek is de tophoek 30 graden. Hoe groot is de basishoek?

1. 180 - 30 = 150
2. (180-30) : 2= 75
3. 180 - 30 - 30 = 120
4. (180 -30 -30) : 2 = 60

In een gelijkbenige driehoek ABC is de tophoek C 80 graden. Hoe groot zijn de basishoeken A en B?

1. ∠ A = 80 graden ∠ B = 80 graden
2. ∠ A = 40 graden ∠ B = 40 graden
3. ∠ A = 45 graden ∠ B = 45 graden
4. ∠ A = 50 graden ∠ B = 50 graden

Een basishoek van een gelijkbenige driehoek is 25 graden. Hoeveel graden is de tophoek?

1. 130 graden
2. 50 graden
3. 25 graden
4. 155 graden

gestrekte hoek

bereken alle hoeken (80)

zelfstandig werken

maak nu opdracht 75 tot en met 85 van 8.5

kijk alles zorgvuldig na, verbeter waar nodig en plaats foto's in mijnschrift, gebruik een tag