5. Landschappen op hoge breedte

Landschappen op hoge breedte
Ga rustig zitten op je plek.
Pak je boek, schrift en iPad op tafel.
Je jas en telefoon zijn aan de kapstok en in de kluis.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Landschappen op hoge breedte
Ga rustig zitten op je plek.
Pak je boek, schrift en iPad op tafel.
Je jas en telefoon zijn aan de kapstok en in de kluis.

Slide 1 - Tekstslide

Stil beginnen
Lees: B86 - Naaldbos (taiga) en B87 - Toendra.

Beantwoord daarna voor jezelf de volgende vragen:
1. Wat is het grootste verschil in vegetatie tussen de taiga en de toendra?
2. Wat is de oorzaak van dat verschil?

Klaar? Lees ook B88 - Land- en zee-ijs.
timer
4:00

Slide 2 - Tekstslide

Wat is geen kenmerk van het tropisch regenwoud?
A
Grasland met bomen
B
Dichtbegroeid bos
C
Grote biodiversiteit
D
Veel neerslag

Slide 3 - Quizvraag

Welk landschap ligt niet in de aride zone?
A
Steppe
B
Savanne
C
Woestijn

Slide 4 - Quizvraag

Tot nu toe: vooral gekeken naar de lage breedte.

Nu gaan we naar gebieden op hoge breedte = ver van de evenaar.

Slide 5 - Tekstslide

Dit gaan we leren:
Je kan benoemen welke landschapzones er zijn op hoge breedte.

Je kan beschrijven hoe die landschapzones eruit zien.

Je kan benoemen welke soorten vegetatie we in deze gebieden vinden.

Deze opdrachten al gemaakt?
Werk in stilte vast verder aan de volgende les.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe verder van de evenaar, hoe kouder.
Vanaf ons naar het noorden dus steeds kouder.

Slide 7 - Tekstslide

We gaan vanuit Nederland richting het noorden.
Eerst: gematigde zone (wij).
Dan: boreale zone (naaldbos).
Tot slot: polaire zone (bijna geen planten meer).

Slide 8 - Tekstslide

Gematigde zone:
Niet een heel groot verschil tussen zomer en winter. Dit is nog niet op hoge breedte (het ligt er tussenin).

Hier groeien loofbomen (met blaadjes) en naaldbomen door elkaar.

Slide 9 - Tekstslide

In de boreale zone groeit de taiga.

De winter is hier een stuk kouder dan de zomer.
Er groeien hier vooral naaldbomen (te koud voor loofbomen).

Slide 10 - Tekstslide

In de polaire zone zijn twee soorten vegetatie:

Toendra: nooit boven de 10 graden, te koud voor bomen (alleen gras/mos). Bevroren bodem (permafrost).
Land- en zee-ijs: altijd onder de 0 graden, geen planten, alleen ijs.

Slide 11 - Tekstslide

Welke vegetatie zie je hier?
A
Loofbos
B
Taiga
C
Toendra
D
Land- en zee-ijs

Slide 12 - Quizvraag

Alle zones en vegetaties op een rij

Slide 13 - Tekstslide

Dit hebben we geleerd:
...welke landschapzones er voorkomen op hoge breedte.

...welke vegetatie in die zones te vinden is, en waarom.

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
Maak af: de opdracht uit les 4. Deze lever je in (delen via mail).
Maak daarna: de opdrachten uit deze LessonUp.

Hoe? In je schrift. Gebruik je Basisboek (B85 t/m B88).
Met wie? Je mag rustig overleggen met je buur.
Hoe lang? Tot het einde van deze les.
Klaar? Werk vast verder aan les 6.

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 1
Neem de tabel over in je schrift. Vul de lege vakken in met informatie uit B85 t/m B88.


Gematigd gebied
Taiga
Toendra
Land- en zee-ijs
Temperatuur (Celsius)
Vegetatie

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 1
Neem de tabel over in je schrift. Vul de lege vakken in met informatie uit B85 t/m B88.


Gematigd gebied
Taiga
Toendra
Land- en zee-ijs
Temperatuur (Celsius)
Zomer warmer dan 10, winter niet kouder dan -3.
Zomer warmer dan 10, winter kouder dan -3.
Hele jaar onder de 10.
Hele jaar onder de 0.
Vegetatie
Loofbomen, naaldbomen.
Naaldbomen.
Gras en mos.
Geen.

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 2
Bekijk in je Basisboek de afbeelding boven B85 t/m B88.
a. Van links naar rechts op de afbeelding zie je steeds minder vegetatie. Wat is de reden dat er steeds minder groeit?
b. Aan welk kenmerk kan je de taiga herkennen?
c. Bij welke temperatuur verandert het landschap van loofbos naar taiga?
d. Bij welke temperatuur verandert het landschap van toendra naar land- en zee-ijs?

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 2 - Antwoorden
a. Van links naar rechts op de afbeelding zie je steeds minder vegetatie. Wat is de reden dat er steeds minder groeit?
De temperatuur - het wordt steeds kouder.
b. Aan welk kenmerk kan je de taiga herkennen?
Aan de naaldbomen.
c. Bij welke temperatuur verandert het landschap van loofbos naar taiga?
Bij -3 graden in de winter (kouder dan dat betekent dat het taiga wordt).
d. Bij welke temperatuur verandert het landschap van toendra naar land- en zee-ijs?
Bij 0 graden - kouder dan dat betekent dat het land- en zee-ijs wordt.

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 3
a. Waarom groeien er geen bomen op de toendra?
b. Wat is permafrost?
c. Waarom is de bodem van de toendra in de zomer zo moerassig?

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 3 - Antwoorden
a. Waarom groeien er geen bomen op de toendra?
Omdat het daar te koud voor is - bomen groeien niet onder de 10 graden.
b. Wat is permafrost?
Een altijd (permanent) bevroren laag in de bodem.
c. Waarom is de bodem van de toendra in de zomer zo moerassig?
Omdat het bovenste deel van de bodem ontdooit (dus waterig wordt), maar het water kan niet wegzakken, omdat de rest nog bevroren is.

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 4
Noteer de begrippen onder elkaar in je schrift. Zoek de betekenis van de begrippen op in je boek en noteer deze erachter.
a. Mediterrane plantengroei
b. Gemengd bos
c. Taiga
d. Toendra

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht 4 - Antwoorden
Noteer de begrippen onder elkaar in je schrift. Zoek de betekenis van de begrippen op in je boek en noteer deze erachter.
a. Mediterrane plantengroei - Subtropische planten zoals palm- en olijfbomen.
b. Gemengd bos - Bos waar loof- en naaldbomen door elkaar groeien.
c. Taiga - Landschap waar alleen naaldbomen groeien.
d. Toendra - Landschap waar geen bomen groeien, alleen gras en mos.

Slide 23 - Tekstslide