de ontvanger bepaalt of het plagen of pesten is. Er zijn veel manieren waarop je kunt pesten, voorbeelden hiervan zijn: Het kan concreet zijn door iemand fysiek pijn te doen, eigendommen stuk te maken of te verstoppen. Het kan ook subtieler zijn door roddelen, buitensluiten, uitlachen of leugens te vertellen. De zender kan het nog zo leuk bedoelen, maar als de ontvanger het niet leuk vindt en het regelmatig gebeurt, dan is het pesten. Pesten zorgt ervoor dat je je helemaal alleen voelt.