Hoofdletters en tekens: het trema
Wanneer gebruik je een trema?
1. Je gebruikt een trema bij getallen.
VB: drieënveertig, tweeëndertig
2. Je gebruikt een trema, omdat je het woord anders verkeerd zou lezen.
VB: reünie, poëzie, industriële
3. Je gebruikt een trema bij het meervoud van een woord dat op een ie of ee eindigt.
VB: feeën, genieën, reeën
LET OP: hoor je geen klemtoon op de ie, dan schrijf je GEEN extra e!
VB: bacteriën, poriën, oliën