AA hoofdstuk 3 spelling 1 meervoud en trema

AA week 3 spelling 1
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

AA week 3 spelling 1

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdletters en tekens: het trema
Wanneer gebruik je een trema?
1. Je gebruikt een trema bij getallen.
VB: drieënveertig, tweeëndertig
2. Je gebruikt een trema, omdat je het woord anders verkeerd zou lezen.
VB: reünie, poëzie, industriële
3. Je gebruikt een trema bij het meervoud van een woord dat op een ie of ee eindigt.
VB: feeën, genieën, reeën
LET OP: hoor je geen klemtoon op de ie, dan schrijf je GEEN extra e!
VB: bacteriën, poriën, oliën

Slide 2 - Tekstslide

vegetariërs
ingrediënten
drieënzestig
kopieën
knieën
drieënveertig
feeën
officiële
industriële
sleeën
reünie
kopiëren
poëzie
tweeëndertig
Getallen
Uitspraakprobleem
Meervouden

Slide 3 - Sleepvraag

Het meervoud van fantasie
A
fantasieën
B
fantasiën

Slide 4 - Quizvraag

Het meervoud van bacterie
A
bacterieën
B
bacteriën

Slide 5 - Quizvraag

Het meervoud van knie
A
knieën
B
kniën

Slide 6 - Quizvraag

Het meervoud van melodie
A
melodieën
B
melodiën

Slide 7 - Quizvraag

Het meervoud van calorie
A
calorieën
B
caloriën

Slide 8 - Quizvraag

Het meervoud van porie
A
porieën
B
poriën

Slide 9 - Quizvraag

Het meervoud van kolonie
A
kolonieën
B
koloniën

Slide 10 - Quizvraag

Het meervoud van neurie
A
neurieën
B
neuriën

Slide 11 - Quizvraag

Het meervoud van theorie
A
theorieën
B
theoriën

Slide 12 - Quizvraag

Welke is goed?
A
vegetariërs
B
vegetarieërs
C
vegetariers

Slide 13 - Quizvraag

Welke is goed?
A
Oekraine
B
Oekraiene
C
Oekraïne
D
Oekraïene

Slide 14 - Quizvraag

Welke is goed?
A
Tsjegie
B
Tsjechie
C
Tsjechië
D
Tsjechieje

Slide 15 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Maak nu blz. 29 van je werkboek.
Klaar? 2 sterren spellingsmol (6* in totaal)
Klaar? Weektaak

Slide 16 - Tekstslide