Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
4H grammaire chapitre 5
4H Frans - grammaire chapitre 5
A: vraagzinnen
B: werkwoorden
C: woordvolgorde
1 / 39
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
In deze les zitten
39 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
4H Frans - grammaire chapitre 5
A: vraagzinnen
B: werkwoorden
C: woordvolgorde
Slide 1 - Tekstslide
Programma
grammaire A: vraagzinnen
grammaire B: werkwoorden
grammaire C: volgorde
Slide 2 - Tekstslide
Grammaire A
Vraagzinnen
zonder vraagwoord
met vraagwoord
1. Tu as mangé? 1. Tu as mangé
où?
2. Est-ce que tu as mangé? 2.
Où
est ce que tu as mangé?
3. As-tu mangé? 3.
Où
as-tu mangé?
Slide 3 - Tekstslide
Grammaire A
Dus:
1 vraagteken
2 est-ce que
3 inversie
Plaats vraagwoord
Slide 4 - Tekstslide
Grammaire A
Let op bij inversie!
Alleen bij persoonlijk voornaamwoord (je, tu, il, elle, on, nous, vous, ils, elles). As-tu, maar
niet Paul-a
Il, elle, on + ww met klinker = t erbij
Fait-elle
A-t-elle fait
Slide 5 - Tekstslide
Welke manier van vraagstellen is dit:
Paul a gagné?
A
normaal
B
est-ce que
C
inversie
Slide 6 - Quizvraag
Welke manier van vraagstellen is dit: Pourquoi a-t-il fait ça?
A
normaal
B
est-ce que
C
inversie
Slide 7 - Quizvraag
Waar komt het vraagwoord bij een vraagzin met 'est-ce que'?
A
vooraan de zin
B
na est-ce que
C
achteraan de zin
Slide 8 - Quizvraag
comment
où
pourquoi
qui
quand
waar
wanneer
hoe
waarom
wie
Slide 9 - Sleepvraag
Maak van de volgende zin een normale vraagzin: elle fait de la danse
Slide 10 - Open vraag
Maak van de volgende zin een vraagzin met est-ce que: vous avez bien dormi
Slide 11 - Open vraag
Maak van de volgende zin een vraagzin met inversie: vous avez de l'expérience
Slide 12 - Open vraag
Maak van de volgende zin een normale vraagzin met het vraagwoord 'hoe': tu as travaillé
Slide 13 - Open vraag
Maak van de volgende zin een vraagzin met est-ce que het vraagwoord 'wanneer': tu te lèves
Slide 14 - Open vraag
Maak van de volgende zin een vraagzin met inversie met het vraagwoord 'waarom': tu fais cela'
Slide 15 - Open vraag
Grammaire B
faire, satisfaire, refaire
courir
mettre, permettre, promettre, remettre
tijden
petit test
Slide 16 - Tekstslide
courir
satisfaire
permettre
refaire
mettre
faire
doen
beloven
leggen
opnieuw doen
toestaan
rennen
maken
tevreden stellen
zetten
aantrekken
Slide 17 - Sleepvraag
présent
passé composé
imparfait
futur
conditionnel
vous avez mis
nous remettrions
ils feront
nous remettions
ils font
elles courront
ils feraient
je mettais
j'ai refait
tu mets
Slide 18 - Sleepvraag
Vervoeg: courir, présent, tu ....
Slide 19 - Open vraag
Vervoeg: faire, futur, ils ...
Slide 20 - Open vraag
Vervoeg: mettre, imparfait, nous ...
Slide 21 - Open vraag
Vervoeg: refaire, passé composé, vous ...
Slide 22 - Open vraag
Vervoeg: promettre, futur, je ...
Slide 23 - Open vraag
Vervoeg: permettre, conditionnel, elle ...
Slide 24 - Open vraag
Vervoeg: courir, passé composé, Paul et Valérie ...
Slide 25 - Open vraag
Vervoeg: satisfaire, présent, nous ...
Slide 26 - Open vraag
Vervoeg: courir, conditionnel, elles ...
Slide 27 - Open vraag
Vertaal: zij (m) rennen
Slide 28 - Open vraag
Vertaal: u heeft gemaakt
Slide 29 - Open vraag
Vertaal: ik beloof
Slide 30 - Open vraag
Grammaire C
Woordvolgorde
tijd - onderwerp - alle ww - lijdend vw - meewerkend vw - plaats
Hier - j -'ai mangé - une pizza - avec mon copain - dans le jardin
Slide 31 - Tekstslide
Grammaire C
Let op!
ontkenning rondom 1e ww: je n'ai pas mangé
lui/leur/le/la/les etc. voor hele ww, anders voor 1e ww
check!
Slide 32 - Tekstslide
Kies de juiste zin.
A
Ce matin elle a couru avec Ella
B
Ce matin a elle couru avec Ella
C
Elle a couru avec Ella ce matin
D
Elle a ce matin couru avec Ella
Slide 33 - Quizvraag
Zet in de juiste volgorde:
participé à - des sélections - ils - à Paris - ont
Zet in de juiste volgorde:
gagné - ils - le match - à Paris - ont
Slide 34 - Open vraag
Zet in de juiste volgorde:
a - à dix heures - elle - acheté - des fleurs - à la boutique
Slide 35 - Open vraag
Voeg de woorden op de juiste plek in de nieuwe zin in: demain, lui
Je vais demander un autographe
Slide 36 - Open vraag
Voeg het woord op de juiste plek in de nieuwe zin in: dans leur hôtel
"Il a pris beaucoup de vitamines"
Slide 37 - Open vraag
https:
Slide 38 - Link
Morgen
Daltonuren: kom oefenen!
foutenanalyse maken
leren!
Slide 39 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
4H grammaire chapitre 5
April 2023
- Les met
35 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
4H grammaire chapitre 5
Mei 2021
- Les met
23 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
HAVO 4 - Chapitre 5 - Extra oefenen
Juni 2024
- Les met
23 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
havo 4 vendredi 23 avril
April 2021
- Les met
32 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
4H Frans SGDC 18 mei
Mei 2020
- Les met
39 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Les 13 hv2 avoir,être,vraagzin zonder/met vraagwoord
September 2021
- Les met
25 slides
Frans
Enseignement Secondaire
4H grammaire chapitre 5
April 2023
- Les met
14 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H4-lundi 19 + jeudi 22 septembre 2022
September 2022
- Les met
23 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4