4H grammaire chapitre 5

Programma
  • grammaire A: vraagzinnen maken
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Programma
  • grammaire A: vraagzinnen maken

Slide 1 - Tekstslide

Grammaire A
Vraagzinnen 
zonder vraagwoord                                        met vraagwoord
1. Tu as mangé?                                               1. Tu as mangé où?
2. Est-ce que tu as mangé?                       2.  est ce que tu as mangé?
3. As-tu mangé?                                              3.  as-tu mangé?

Slide 2 - Tekstslide

Grammaire A
Dus:
1 vraagteken
2 est-ce que
3 inversie

Plaats vraagwoord

Slide 3 - Tekstslide

Grammaire A
Let op bij inversie!
Alleen bij persoonlijk voornaamwoord (je, tu, il, elle, on, nous, vous, ils, elles). As-tu, maar niet Paul-a

Il, elle, on + ww met klinker = t erbij
Fait-elle
A-t-elle fait

Slide 4 - Tekstslide

Welke manier van vraagstellen is dit:
Paul a gagné?
A
normaal
B
est-ce que
C
inversie

Slide 5 - Quizvraag

Welke manier van vraagstellen is dit: Pourquoi a-t-il fait ça?
A
normaal
B
est-ce que
C
inversie

Slide 6 - Quizvraag

Waar komt het vraagwoord bij een vraagzin met 'est-ce que'?
A
vooraan de zin
B
na est-ce que
C
achteraan de zin

Slide 7 - Quizvraag

comment
pourquoi
qui
quand
waar
wanneer
hoe
waarom
wie

Slide 8 - Sleepvraag

Maak van de volgende zin een normale vraagzin: elle fait de la danse

Slide 9 - Open vraag

Maak van de volgende zin een vraagzin met est-ce que: vous avez bien dormi

Slide 10 - Open vraag

Maak van de volgende zin een vraagzin met inversie: vous avez de l'expérience

Slide 11 - Open vraag

Maak van de volgende zin een normale vraagzin met het vraagwoord 'hoe': tu as travaillé

Slide 12 - Open vraag

Maak van de volgende zin een vraagzin met est-ce que het vraagwoord 'wanneer': tu te lèves

Slide 13 - Open vraag

Maak van de volgende zin een vraagzin met inversie met het vraagwoord 'waarom': tu fais cela'

Slide 14 - Open vraag