In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
H14 zouten (1)
programma :
zouten naamgeving een korte terugblik/herhalen
wat is een ion
oplosbaarheid Tabel 45 Binas / tabel 14.1 boek
vragen maken
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het eind van de les kun je
zouten een naam geven
de molecuulformule van een zout opstellen
bepalen of een zout oplosbaar is of niet
Slide 2 - Tekstslide
gemeenschappelijke kenmerken zouten
formule begint met positief metaal- (of amonium) ion gevolgd door negatief ion
geleiden stroom in opgeloste of gesmolten toestand (elektronen kunnen dan vrijer bewegen)
vast bij kamertemperatuur (hoog smeltpunt)
Slide 3 - Tekstslide
samengestelde ionen
(zie tabel 66B Binas of &.2,&.3 boek)
Slide 4 - Tekstslide
Formules van zouten zijn altijd verhoudingsformules. De totale lading is altijd nul!
Aan de formule kun je zien hoe vaak elk ion aanwezig is in het zout.
Slide 5 - Tekstslide
opstellen verhoudingsformule van een zout
noteer de naam vh zout 1) natriumoxide
symbolen ionen tussen haakjes 2) (Na+)(O2-)
totale lading gelijk maken 3) (Na+)2(O2-)
als je haakjes weg kunt werken doe dat: 4) Na2O(s) bij samengestelde ionen kun je vaak niet alle haakjes wegwerken ! zoals bij lood(II)nitraat = Pb(NO3)2(s)
Slide 6 - Tekstslide
naamgeving zouten:
van sommige metaalionen bestaan meerdere varianten
met een romeinscijfer geef je de lading van het metaalion aan.
ijzer(III)chloride =FeCl3 en ijzer(II)sulfaat = Fe(SO4)
mangaan(IV)oxide=MnO2 mangaan(II)chloride =MnCl2
kwik(II)sulfide=HgS
positief metaal- of ammonium(NH4-)ion, gevolgd door het negatieve ion
Slide 7 - Tekstslide
wat is de molecuulformule van kopersulfaat
Tekst
A
Cu2SO4
B
CuSO4
C
Cu(SO4)2
D
Cu2(SO4)2
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de naam van het zout
AlCl3
Slide 9 - Open vraag
Oplossen van zouten:
de ionbinding laat los, elektronen blijven bij het positieve-ion
watermoleculen zijn neutraal maar er is wel ladingsverschil
negatieve ionen trekken naar het meest positieve deel van H2O (de H atomen), de positieve ionen naar het meest negatieve deel (het O atoom)
Slide 10 - Tekstslide
Het oplossen van natriumchloride
Cl-ionen worden harder aangetrokken tot het meest positieve deel van de H2O moleculen dan tot Na+ion.
Na+ionen worden juist meer aangetrokken tot het meest negatieve deel van de H2O moleculen. Dus laten ze elkaar los
Slide 11 - Tekstslide
notatie van oplossen van een zout
Het oplossen van aluminiumsulfaat:
Slide 12 - Tekstslide
Oplosbaarheid zouten Binas tabel 35
alle zouten met als positief ion kalium, natrium en ammonium zijn altijd goed oplosbaar
alle zouten met als neg. ion een nitraat zijn goed oplosbaar
Slide 13 - Tekstslide
Aan de slag
1. Oefen vragen stencil
2. Ben je klaar probeer vraag 1 pagina 205 boek
Om 13:05 neem ik de les terug en sluit ik hem af
Slide 14 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het eind van de les kun je
zouten een naam geven
de molecuulformule van een zout opstellen
bepalen of een zout oplosbaar is of niet
ff checken
Slide 15 - Tekstslide
Uit hoeveel ionen bestaat 1 molecuul kopernitraat en lost het op in water? gebruik tabel 45
A
2, ja
B
3, nee
C
3, ja
D
9, ja
Slide 16 - Quizvraag
Einde les 9
Tot morgen
dan gaan we oplosbare zouten bij elkaar gooien en kijken wat er gebeurt
Slide 17 - Tekstslide
H14 zouten (2)
programma
oplosbaarheid zouten een korte terugblik
neerslagreacties
hoe maak je een bepaald zout
vragen maken
Slide 18 - Tekstslide
lesdoelen
Aan het einde van de les
kun je bepalen of er een neerslag ontstaat
hoe je daarmee zouten kunt maken
hoe je daarmee een ion kunt aantonen
Slide 19 - Tekstslide
Oplossen van zouten:
de ionbinding laat los, elektronen blijven bij het positieve-ion
watermoleculen zijn neutraal maar er is wel ladingsverschil
negatieve ionen trekken naar het meest positieve deel van H2O (de H atomen), de positieve ionen naar het meest negatieve deel (het O atoom)
Slide 20 - Tekstslide
Uit hoeveel ionen bestaat 1 molecuul kopernitraat en lost het op in water? gebruik tabel 45
A
2, ja
B
3, nee
C
3, ja
D
9, ja
Slide 21 - Quizvraag
reactievergelijking van neerslagreactie
noteer in een tabel de aanwezige ionen voor de reactie in kolom 1
in laatste kolom de gevormde stof en de tribune-ionen(=ionen die niet meedoen aan reactie en dus achterblijven in oplossing) noteren
in middelste kolom komt reactievergelijking, aantal atomen en lading voor- en na is altijd gelijk
Slide 22 - Tekstslide
voorspellen welk zout er gevormd wordt:
maak een oplosbaarheidstabel
positieve ionen vertikaal
neg ionen horizontaal
kijk in binas tabel 35 welke combinatie een niet oplosbaar zout vormt--> dat is de gevormde stof dus deze vormt neerslag en kun je eruit filtreren
tribune ionen komen niet in de reactievergelijking voor
als je in je gemaakte oplosbaarheidstabel geen enkele vaste stof ziet verschijnen, dan is er dus geen reactie geweest en kun je ook geen reactieschema maken
Slide 24 - Tekstslide
Indampen van een zout: De ionen trekken weer naar elkaar toe zoals bij het indampen van een ijzer(II)nitraat oplossing.
Slide 25 - Tekstslide
verschillende zoutoplossingen hebben kenmerkende kleuren
Slide 26 - Tekstslide
Een zout maken b.v. loodjodide
zoek een goed oplosbaar loodzout b.v. loodnitraat
zoek een goed oplosbaar jodide zout b.v. ijzer(II)jodide
los beiden op en voeg ze dan samen
de neerslag is loodjodide, filter dat uit de verkregen suspensie
damp het filtraat in om de tribune
ionen ook te binden tot een vast zout
Slide 27 - Tekstslide
zouten maken:
Lood(II)bromide (PbBr2) maken
een goed oplosbaar loodzout is loodnitraat (alle nitraatzouten zijn goed oplosbaar),
een goed oplosbaarbroomzout zoeken b.v. natrium- of kaliumbromide (alle natrium- en kaliumzouten zijn altijd goed oplosbaar)
na samenvoegen -> lood(II)bromide
Slide 28 - Tekstslide
ionsoort aantonen=oplossing toevoegen met ionsoort die neerslag geeft met gevraagde stof (=hier fosfaat)
Slide 29 - Tekstslide
ion soort vewijderen
Slide 30 - Tekstslide
aan de slag
maak vraag 1 boek
ben je daarmee klaar probeer vragen 2, 3 en 4 ui het boek lees eerst paragraaf 14.3 goed door
Om 12:35 neem ik de les terug en sluit ik hem af
Slide 31 - Tekstslide
lesdoelen
Aan het einde van de les
kun je bepalen of er een neerslag ontstaat
hoe je daarmee zouten kunt maken
hoe je daarmee een ion kunt aantonen
ff checken
Slide 32 - Tekstslide
Ik voeg een oplossing van natriumchloride en en zilvernitraat bij elkaar wat gebeurt er