2.2 De plaats op aarde en de temperatuur

  • Kauwgom uit

  • Pak je boeken

  • Telefoon weg 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

  • Kauwgom uit

  • Pak je boeken

  • Telefoon weg 

Slide 1 - Tekstslide

2.2 De plaats op aarde en de temperatuur

Slide 2 - Tekstslide

Lesinhoud
  • Leerdoelen

  • Uitleg 2.1

  • Zelfstandig werken / Huiswerk 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet hoe dag en nacht ontstaan.


  • Je weet waarom het bij de evenaar warmer is dan bij de polen.


  • Je weet hoe de seizoenen ontstaan.


  • Je kent het verschil tussen weer en klimaat.

Slide 4 - Tekstslide

Als in Nederland een weeralarm wordt afgegeven betekent dat ........
A
Je die dag die kleur aan moet doen
B
Dat er noodweer (op een plek) in Nederland komt
C
Dat je niet naar buiten mag
D
Je per direct het weersbericht moet kijken

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen het weer en het klimaat?

Slide 6 - Open vraag

Hoe komt het dat wij dag en nacht hebben?

Slide 7 - Open vraag

Dag en nacht
  • De aarde draait als een tol om een as
  • As loopt tussen Noord- en Zuidpool

  • Tussen de poolcirkel en polen soms
    hele dag licht.
  • Poolcirkel = 66,5º breedte

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Seizoenen
  • Aarde draait niet alleen om zichzelf 
  • Aarde draait ook om de zon




  • In de zomer en winter staat de zon recht op de Steenbokskeerkring of Kreeftskeerkring

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk
Paragraaf 2.2
Opdracht 1 t/m 8

Slide 12 - Tekstslide

2.2 De plaats op aarde en de temperatuur

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wanneer is het welk seizoen?

Slide 15 - Tekstslide

Draait de aarde om de zon, of de zon om de aarde?
A
Aarde draait om de zon
B
Zon draait om de aarde

Slide 16 - Quizvraag

Hoe komt het dat het in Nederland gemiddeld veel minder warm is dan op de evenaar?

Slide 17 - Open vraag

Weer
  •  Om de aarde een luchtlaag van zo'n 1000km, de atmosfeer
  • Kleine schil rondom de aarde

  • Weer = De toestand in de atmosfeer op een bepaald moment
    - Temperatuur, neerslag, wind, zonneschijn 
  • Afhankelijk van plaats op aarde en breedteligging

Slide 18 - Tekstslide

Klimaat
  • Klimaat: Gemiddelde weer (temperatuur en neerslag) van een groot gebied over 30 jaar

  • Weer verandert elke dag. Klimaat niet!

  • Koudste klimaten rondom de polen. Warmste rondom de evenaar

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk
Paragraaf 2.2
Opdracht 1 t/m 16

Slide 20 - Tekstslide