3.4 Nederland in het interbellum

3.4 Nederland in het interbellum
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

3.4 Nederland in het interbellum

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Herhaling hoofdstuk 1
  • Leerdoel
  • Uitleg 3.4 
  • Zelfstandig aan het werk 
  • Tijd over? filmpje kijken 

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling hoofdstuk 1
vraag 1: 
Tussen 1870 en 1920 ontstaan er vrouwenorganisaties die strijden voor gelijke politieke rechten.
  • Onder welke naam staat deze periode van strijd voor gelijke vrouwenrechten bekend?
  • Geef een voorbeeld van een politiek recht waar toen door de vrouwenbeweging voor werd gestreden.
vraag 2: 
Hieronder staat een omschrijving van een bevolkingsgroep die zich emancipeerde:
Al vanaf het begin van de negentiende eeuw waren zij, net als de andere burgers in Nederland, gelijk voor de wet. Toch werden zij in het protestantse Nederland als tweederangsburgers gezien. Lange tijd hebben zij, onder leiding van Schaepman, gestreden voor een betere positie in de maatschappij.

  • Welke bevolkingsgroep wordt bedoeld?
A arbeiders
B kleine luyden
C liberalen
D rooms-katholieken
E vrouwen
timer
6:00

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel
Hoe zagen de jaren '30 eruit in Nederland?

Slide 4 - Tekstslide

Crisis
Periode van crisis: faillissementen, stijging werkloosheid​

Rol overheid werklozen:​
  • Steun in de vorm van kleine uitkering: 2x stempelen​
  • Steun lokale overheid in de vorm van producten ​  
  • Werkverschaffelingsprojecten 

Slide 5 - Tekstslide

Crisis
Manier van omgaan met de crisis in politiek: aanpassingspolitiek van Colijn​

De overheid geeft minder uit omdat ze minder belastinginkomsten heeft. 
Salarissen ambtenaren werden verlaagd.​

​Negatief gevolg: ​
Mensen nog minder te besteden, nog meer bedrijven failliet, ​
nog meer mensen die het slechter krijgen --> negatieve spiraal​

Slide 6 - Tekstslide

De verzuiling zet door 
  • Doordat de samenleving verzuild was, was er onder de bevolking weinig aandacht voor andere politieke stromingen ​
  • Hierdoor fascisme, communisme en nationaalsocialisme niet groot in NL​
  • NSB* in crisisjaren max. 8% van de stemmen, toen het beter ging halveerde dit 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Neutraal blijven 
    Houding ten opzichte van Duitsland:
    • Hoop om neutraal te blijven, net als in WOI. Vanuit politiek nauwelijks reactie op misstanden, uit angst neutraliteit te verliezen​
    • Duitse joodse vluchtelingen werden dan ook terug gestuurd 
    • Voorbeeld​: Ondanks druk deel bevolking werden de Duitse Olympische Spelen (1936) niet geboycot​

    Slide 9 - Tekstslide

    NSB 1931 - 1945
    • Nationalistisch​
    • Sterke leider​
    • Anti-democratisch​
    • Crisis oplossen, het volk moet gehoord worden

    Anton Mussert leider NSB

    Slide 10 - Tekstslide

    Zelfstandig aan het werk 
    Opdrachten maken 3.4: 2, 5, 7, 9
    Samenvatting maken 3.4 
    timer
    15:00

    Slide 11 - Tekstslide

    Slide 12 - Video