Les 2 H2 NN + Les 3 H1 Argumenteren

Leesvaardigheid VWO4
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Leesvaardigheid VWO4

Slide 1 - Tekstslide

Wat hebben we woensdag ook alweer gedaan?

Welke leesstrategieën zijn er? Waarom gebruiken we leesstrategieën?

Welke schrijfdoelen zijn er? Welke tekstsoorten horen hierbij?

Waaraan kun je zien voor welk publiek een tekst bedoeld is?

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
Hoofdstuk 2 NN en Hoofdstuk 1 argumenteren

  • Opbouw van een tekst
  • Tekststructuren en tekstverbanden
  • Alinea's en kernzinnen
  • Feitelijke en waarderende argumenten
  • Tegenargumenten en weerleggingen

Slide 3 - Tekstslide

Tekstopbouw
  • Een zakelijke tekst bestaat (bijna) altijd uit een inleiding, een middenstuk en een slot.
  • Alle onderdelen hebben eigen functies:

Inleiding --> belangstelling wekken, introduceren onderwerp, opbouw van de tekst aankondigen
Middenstuk --> uitwerking hoofdgedachte, bespreken (deel)onderwerp
Slot --> samenvatting/conlcusie van de tekst, oproep, afweging of aanbeveling doen

Slide 4 - Tekstslide

Maak opdracht 1.1, 1.2 en 1.5
timer
7:00

Slide 5 - Tekstslide

Kernzinnen
De belangrijkste zin van een alinea
  • Vaak eerste, tweede of laatste zin van een alinea.


Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn de kernzinnen?
Reality-tv is populair, omdat het zich goed leent voor verborgen reclame in het programma, zogenoemde 'product placement'. Zo worden de decors van realityprogramma's ingericht met meubels en keukenattributen van bepaalde merken. Ook dragen de personages niet toevallig bepaalde kleding en sieraden. En dat ze in bepaalde auto's rondrijden, berust al evenmin op een spontane samenloop van omstandigheden.

Er is volgens deskundigen nog een reden voor de onstuitbare opmars van reality-tv.
Een realityprogramma is goedkoop te maken. Voor Oh Oh Cherso werd een stel
Hagenezen uit een discotheek geplukt en op het vliegtuig naar Kreta gezet. Dure
scriptschrijvers waren niet nodig, de castleden bedachten hun quotes helemaal zelf.
Het maken van drama, comedy en documentaires is vele malen duurder.

Slide 7 - Tekstslide

Wat zijn de kernzinnen?
Reality-tv is populair, omdat het zich goed leent voor verborgen reclame in het programma, zogenoemde 'product placement'. Zo worden de decors van realityprogramma's ingericht met meubels en keukenattributen van bepaalde merken. Ook dragen de personages niet toevallig bepaalde kleding en sieraden. En dat ze in bepaalde auto's rondrijden, berust al evenmin op een spontane samenloop van omstandigheden.

Er is volgens deskundigen nog een reden voor de onstuitbare opmars van reality-tv.
Een realityprogramma is goedkoop te maken. Voor Oh Oh Cherso werd een stel
Hagenezen uit een discotheek geplukt en op het vliegtuig naar Kreta gezet. Dure
scriptschrijvers waren niet nodig, de castleden bedachten hun quotes helemaal zelf.
Het maken van drama, comedy en documentaires is vele malen duurder.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de kernzin?
Het is enorm besmettelijk. Als je iemand ziet gapen, kun je je eigen mond nauwelijks
dichthouden. Toch gaap je niet iedereen even makkelijk na, ontdekten onderzoekers
van de Universiteit van Pisa in Italië. Gapen blijkt het meest besmettelijk
onder familieleden. Dan volgen vrienden en kennissen. Volslagen onbekenden
gapen we het minst na. Bovendien duurt het langer voordat we een gaap van hen
overnemen dan van een bekende. Nagapen hangt dus af van hoe goed je de gaper
kent: hoe beter je hem kent, hoe makkelijker je hem nagaapt.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de kernzin?
Het is enorm besmettelijk. Als je iemand ziet gapen, kun je je eigen mond nauwelijks
dichthouden. Toch gaap je niet iedereen even makkelijk na, ontdekten onderzoekers
van de Universiteit van Pisa in Italië. Gapen blijkt het meest besmettelijk
onder familieleden. Dan volgen vrienden en kennissen. Volslagen onbekenden
gapen we het minst na. Bovendien duurt het langer voordat we een gaap van hen
overnemen dan van een bekende. Nagapen hangt dus af van hoe goed je de gaper
kent: hoe beter je hem kent, hoe makkelijker je hem nagaapt.

Slide 10 - Tekstslide

Tekstverbanden
  • Zinsniveau en alineaniveau --> herkennen door signaalwoorden

Slide 11 - Tekstslide

Maak opdracht 4.3
timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Argumenteren
Wat is een argument?

Verschil feitelijk en waarderend argument

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
 Is het argument feitelijk of waarderend?

Slide 14 - Tekstslide

Het is voor iedereen goed om op een teamsport te zitten, want dat is de beste manier om te leren samenwerken
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 15 - Quizvraag

Omdat het zo gezellig is, vind ik een glaasje wijn op zijn tijd geen probleem.
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 16 - Quizvraag

Er komen nog steeds veel jongeren met alcoholvergiftiging in het ziekenhuis. Daarom moet de verkoop van alcohol aan jongeren veel strenger gestraft worden.
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 17 - Quizvraag

Ik zou voorlopig geen nieuwe schaatsen kopen, het is al jaren geleden dat er langer dan enkele dagen natuurijs heeft gelegen.
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 18 - Quizvraag

Amsterdam heeft veel concertzalen. Het is dus geen wonder dat bijna elke band die in Nederland aandoet, in Amsterdam optreedt.
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 19 - Quizvraag

Maak opdracht 2.1 t/m 2.3
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Tegenargumenten en weerleggingen

Tegenargument: ontkrachting standpunt
Weerlegging: ontkrachting argument

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht
Je krijgt steeds een standpunt met een argument (a) en een weerlegging of tegenargument (b)

Geef aan of het een weerlegging of een tegenargument is.

Slide 22 - Tekstslide


A
Tegenargument
B
Weerlegging

Slide 23 - Quizvraag


A
Tegenargument
B
Weerlegging

Slide 24 - Quizvraag


A
Tegenargumen
B
Weerlegging

Slide 25 - Quizvraag


A
Tegenargument
B
Weerlegging

Slide 26 - Quizvraag


A
Tegenargument
B
Weerlegging

Slide 27 - Quizvraag

Maak opdracht 8
timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide

Voor woensdag
Maak opdracht 6

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video