klantcontact

Klantcontact
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & HandelPraktijkonderwijsLeerjaar 3,4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Klantcontact

Slide 1 - Tekstslide

Doelen bij klantcontact

  • Ik weet waarom het belangrijk het is om klantvriendelijk te zijn.
  • Ik weet hoe je de klant begroet en aanspreekt.
  • Ik weet hoe ik met klanten om moet gaan als ze advies nodig hebben of klachten hebben.



Hoe je de klant kan helpen.

Slide 2 - Tekstslide

Competentiedoel

Ik kan mijn mening geven.
Ik kan uitleggen waarom ik iets vind.

Slide 3 - Tekstslide


Wat wordt bedoelt met:
De klant is koning?

Slide 4 - Open vraag

1. klantvriendelijkheid
instructie

Slide 5 - Tekstslide

Waar is het belangrijk klantvriendelijk te zijn?
A
In een winkel.
B
Als je klanten moet bedienen in een restaurant.
C
Als je mensen moet helpen in bejaardenhuis.
D
Bij alle sectoren die hier genoemd staan.

Slide 6 - Quizvraag

Klantvriendelijkheid
  • De klant is tevreden.
  • De klant komt terug.
  • De klant praat positief tegen anderen over het bedrijf en jou.
  • Het bedrijf behoudt zijn klanten en blijft dus geld verdienen.
  • Jij behoudt je werk. 

Slide 7 - Tekstslide

Welke eigenschappen horen bij klantvriendelijk gedrag?
Klantvriendelijk
Niet 
klantvriendelijk
Geduldig
Vriendelijk
Haastig
Opdringerig
Behulpzaam
Egoïstisch

Slide 8 - Sleepvraag

Opdracht

Grappig filmpje bekijken.
Bespreek in tweetallen wat de caissière klantonvriendelijk maakt.
Schrijf 3 verbeterpunten op een A4'tje.


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Terugblik

Waarom is klantvriendelijkheid belangrijk?
Samenvatting

Slide 11 - Tekstslide

2. De klant begroeten 
en aanspreken.
instructie

Slide 12 - Tekstslide

klanten begroeten en aanspreken. 

Begroet de klant altijd vriendelijk. 
Kijk de klant aan. 
Spreek de klant altijd aan met ‘u’.
Praat duidelijk en goed Nederlands.
Wees en blijf vriendelijk!


Slide 13 - Tekstslide

Hoe begroet je een klant?

Slide 14 - Woordweb

Terugblik

Waar let je op als je een klant begroet en aanspreekt?
Samenvatting

Slide 15 - Tekstslide

3. Advies of een klacht.
instructie

Slide 16 - Tekstslide

Hoe handel ik als een klant advies vraagt of een klacht heeft?

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Klanten met adviesvragen doorverwijzen.
  1. Aangeven dat je een vraag zelf niet kunt beantwoorden
  2. De klant doorverwijzen naar een andere collega die de klant verder kan helpen met de vraag.
  3. Met de klant mee te lopen naar de collega die de klant verder gaat helpen.  
  4. Je collega  vertellen wat de vraag van de klant is.  
  5. Afscheid nemen van de klant door hem een fijne dag toe te wensen. 

Slide 19 - Tekstslide

Een klant met een klacht.

Blijf klantvriendelijk.
Let op je houding.
Leef mee met de klant. 
Verwijs de klant op dezelfde manier door naar de juiste collega.

Slide 20 - Tekstslide

Hoe handel ik als een klant advies vraagt of een klacht heeft?

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht: Wat maakt de klant ontevreden?

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht: Wat maakt de klant ontevreden over de reactie van de eigenaar van de verfwinkel? Hoe kan dit beter?

Slide 23 - Tekstslide

Terugblik

Hoe ga je om met een klant die een vraag heeft?
Hoe ga je om met een klant met een klacht?
Samenvatting

Slide 24 - Tekstslide

Wat weet je nu over klantcontact?

Slide 25 - Open vraag

Evaluatie competentiedoel

Ik kan mijn mening geven.
Ik kan uitleggen waarom ik iets vind.


Hoe is het gegaan?

Slide 26 - Tekstslide