Immunologie les 7

Immunologie les 7

Lesprogramma/Leerdoelen

Allergie

plus vragen tussendoor

Diagnostiek mbv Antistoffen

Auto-immuniteit plus opdracht

afsluiting met huiswerk voor volgende week

Allergie

Allergeen​

• Stof die een allergische reactie veroorzaakt​ 
  
•  Sensibilisatie mestcel/ basofiele granulocyt ​ 
  
•  Geheel aan reactie’s => anafylaxie ( overgevoeligheid)​ 
  

Noem minimaal 3 allergenen

Hoeveel types allergiën zijn er?

Type 1, IgE gemedieerd

Mestcel, eo’s, baso’s gesensibiliseerd met IgE​

Contact met allergeen​

Degranulatie korrels=> histamine vrij​

Vasodilatatie => samentrekken spiercellen en oedeem

Type II

Een antilichaam (IgG of IgM) gericht tegen antigeen van lichaamseigen of lichaamsvreemde (bijv. getransfundeerde) cellen. ​

Cytotoxische reacties door killer cellen en / of lysis via complement-activatie ​ 

Voorbeeld van type II overgevoeligheid ​ 

Transfusie / transplantatie reacties​

Type III

Immuuncomplexen (antigeen + IgG of IgM) slaan in weefsel neer. ​

Activatie complement.​ 

Granulocyten/monocyten aangetrokken​

Plaatselijke weefselbeschadiging / ontsteking

Voorbeelden van immuuncomplex aandoeningen ​ 

Geneesmiddelen allergie​
(antistof-medicijncomplexen die neerslaan)

Poly-artritis nodosa ​
(ontstekingen aders en slagaders)

Post-streptococcen glomerulonefritis (antistof-bacteriecomplexen die neerslaan)

Type IV

• Laag moleculaire stof( geeft geen allergische reactie) => dringt huid binnen => binding aan eiwit noodzakelijk ​ 
  

    (hapteen-drager complex)​

•  Presentatie aan T-cel door Langerhanscellen in de huid​ 
  
•  Met antigeen gesensibiliseerde T-cellen maken cytokines vrij bij hernieuwd antigeencontact => locale ontstekingsreactie​ 
  

​

 Macrofagen worden aangetrokken => ontstekingsmediatoren komen vrij 

Wat wordt bedoeld met de allergiemars?

1. een polonaise van mensen met een allergie
2. mensen krijgen steeds meer een allergie
3. kinderen die eerst een voedselallergie en later een inhalatieallergie krijgen
4. voedselallergie met een oplopend aantal lichamelijke problemen

Auto-immuun

Opdracht:

• Beantwoord de vragen op het vragenblad over auto-immuunziektes
  
• Maak groepen van 4
• nummer elkaar 1 t/m 4
• boeken, google, docent
• alle vragen beantwoord
• presenteren van de antwoorden

Afsluiting plus opdracht

Bedenk voor volgende week 5 vragen over de ELISA (sandwich en competitief). Gebruik hiervoor Klinische CHemie en Hematologie voor analisten

Stuur: [e-mail]

Tot volgende week!