Delen met rest

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Delen met rest

Vandaag gaan we oefenen met deelsommen die niet precies uitkomen: Delen met rest

27 : 5 = 5 rest 2

Hoe dit zit? Je leert het nu!

Om goed te kunnen delen, moet je de tafels kennen. Hoe goed ken jij de tafels 1 t/m 10 uit je hoofd?

😒🙁😐🙂😃

Even testen:
Hoeveel is 4 x 5 ?

Even testen:
Hoeveel is 7 x 3 ?

Je legt 24 tegels 

in stapels van 6

Hoeveel stapels krijg je dan?

Je legt 24 tegels 

in stapels van 6

Hoeveel stapels krijg je dan?

24 : 6 =

(hoe vaak past de 6 in de 24)

Je legt 24 tegels 

in stapels van 6

Hoeveel stapels krijg je dan?

24 : 6 =

(hoe vaak past de 6 in de 24)

dat is 4x

Dus 24 :6 = 4

Maar soms komt het niet uit en hou je tegels over: rest

Leg 20 tegels in stapels van 6

Wat is je som?

Maar soms komt het niet uit en hou je tegels over: rest

Leg 20 tegels in stapels van 6

Wat is je som?

20 : 6 =

Hoe vaak past de 6 in de 20?

Maar soms komt het niet uit en hou je tegels over: rest

Leg 20 tegels in stapels van 6

Wat is je som?

20 : 6 =

Hoe vaak past de 6 in de 20?

3x ! 

3 x 6 = 18

je houdt dan 2 tegels over

20 : 6 = 3 rest 2

Nu jij !!!
12 : 5 =
(denk eerst; hoe vaak past de 5 in de 12)
en wat houd je dan over (rest)

17 : 4 =

1. 3 rest 5
2. 4 rest 1
3. 4 rest 2
4. 4 rest 3

32 : 5 =

1. 6 rest 1
2. 5 rest 5
3. 6 rest 2
4. 5 rest 6

Verdeel 28 snoepjes over 5 kinderen
Wat is de som?

28 : 5 =

oefenen met een werkblad