Les 1 Poëzie - J.A. Deelder

Poëzie
3 mavo
20 maart
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Poëzie
3 mavo
20 maart

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

J. A. Deelder 
1944 - 2019 

Slide 2 - Tekstslide

Julius Anton Deelder (Rotterdam, 1944-2019) werd in 1966 ontdekt door Simon Vinkenoog, die hem vroeg om op te treden tijdens Poëzie in Carré. Hij debuteerde onder pseudoniem met zijn ABC voor de genieter van marihuana, maar vond zijn toon pas echt in Gloria Satoria (1969). Deelder stond bekend om zijn gedichten, voorliefde voor jazz, maatwerk en drugsgebruik en was de laatste, echte beat-poëet van Nederland. In 2018 ontving Deelder op Esquire’s Best Geklede Man-gala de oeuvreprijs voor jarenlange stijlvastheid.

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kila:


Babsie:

"Dit gedicht vind ik heerlijk om te horen en om voor te dragen. Jules Deelder heeft een heel kenmerkende stem, een opvallende kledingstijl en een unieke manier van poëzie schrijven. "
"Hij gebruikt woorden die je misschien niet in gedichten verwacht. Dat maakt zijn poezie prikkelend, tegendraads en activerend. "

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leesopdracht 
In het gedicht "Blues on tuesday" staan woorden voor dingen die tastbaar en hoorbaar zijn (die kun je aanraken en horen) en woorden voor dingen die niet tastbaar zijn (die kun je niet aanraken en niet kunt horen). 

Lees het gedicht op de volgende slide nog een keer. 
Kun je beide categorieën aanvullen? 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tast- en hoorbaar:

Slide 8 - Woordweb

blues, geld, vuur, speed, krant, weed, brood, donder, reet

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet tastbaar:

Slide 10 - Woordweb

blues, on, Tuesday, geen, speed, tijd, weet, klote, donder
Welke woorden uit het gedicht zijn tastbaar én niet tastbaar?

Slide 11 - Woordweb

blues, speed
Het woord 'blues' in de titel heeft eigenlijk twee betekenissen. Welke twee betekenissen zijn dit?

Slide 12 - Open vraag

Blues als muziek. Muziek kun je horen.
Blues als emotie. Een emotie kun je voelen.
Taal is overal.
In je huis, op straat, tv, mobiel en zelfs in het klaslokaal.
Welke teksten zijn op dit moment
in zicht of binnen handbereik?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke vijf woorden om je heen
zou je niet in een gedicht verwachten?

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Dada 
Bekende dichters uit het begin van de vorige eeuw lieten woorden op papier vallen, want dit hielp hen om 
gedichten te schrijven. 
We noemen hen dadaïsten en zij behoren tot de culturele beweging dadaïsme of kortweg dada. 
Een bekende dichter was Paul van Ostaijen (1896 - 1928). 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijfopdracht - volgorde 
Schrijf de vijf woorden die je eerder hebt opgeschreven op het confettivel. 
Knip de woorden uit.
Laat de woorden vallen op tafel.
Hoe vallen ze dan?
Schrijf deze volgorde op in Classroom en noem die opdracht 1. 


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijfopdracht 1 - vorm
Deelder gebruikt het woord 'geen' als opsomming. 
Dit noemen we enumeratio. 
Elke regel begint met dit woord en deze vorm van herhaling noemen we een anafoor.  


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijfopdracht rijmen
Deelder gebruikt rijmwoorden. 
'speed'  - 'weed'
'weet' - 'reet'




Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijfopdracht: rijm 
Er bestaan verschillende soorten rijm. 
Wanneer woorden met dezelfde medeklinker beginnen noemen we dit alliteratie: racefiets - rubber.
Wanneer woorden dezelfde klinkers hebben, noemen we dit assonatie: drugs - muf. 
Wanneer woorden op elkaar rijmen, noemen we dit volrijm:
medicijn - raamkozijn. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijfopdracht 2: rijm 
Kies jij ook voor rijmwoorden? 
Gebruik je Deelders soort rijm?
Of kies je liever voor een ander soort rijm?
Maak je gebruik van een opsomming (enumeratio) of herhaling? 
Gebruik de vijf woorden in woordvolgorde door het confettivel en maak je gedicht.


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Scanderen (voordragen) 
Hoe draag jij je gedicht voor? 
Wordt het een soort rap misschien?

Op de volgende slide zie je hoe Jules Deelder het deed. 


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Poëziedossier 
Typ het gedicht in Classroom en sla het gedicht dat je zelf geschreven hebt goed op. 

Na de lessenserie lever je alle opdrachten in als één document. 
Voor dit dossier krijg je een cijfer en dit cijfer telt mee als fictieopdracht. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies