les 9 thema 2 km1a (vr)

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop opstarten en je aanmelden bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeldscherm naar mij toe.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop opstarten en je aanmelden bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeldscherm naar mij toe.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Terugblik leerdoelen vorige les(sen).
Uitleg nieuwe doelen (alleen voor mavo).
Opdrachten maken.
Afsluiten; hoe is het deze les gegaan? 

Slide 2 - Tekstslide

leerdoelen deze week: 
-Je kunt met een microscoop werken.
-Je kunt een preparaat maken.
-Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen.
Voor Mavo ook:
-Je kunt weefsels van mensen en planten noemen met hun functie.


Slide 3 - Tekstslide

-Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen.
Wat weet je nog / al? Een paar vragen om daar achter te komen.

Slide 4 - Tekstslide

Erfelijke eigenschappen heb je van je ouders gekregen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Wat staat in de juiste volgorde van groot naar klein
A
celkern, chromosoom, DNA
B
celkern, DNA, chromosoom
C
DNA, chromosoom, celkern

Slide 6 - Quizvraag

Elke gewone lichaamscel van de mens bevat
A
23 Chromosomen
B
34 Chromosomen
C
46 Chromosomen
D
92 Chromosomen

Slide 7 - Quizvraag

Waar bestaan chromosomen uit?
A
Celplasma
B
DNA

Slide 8 - Quizvraag

Welke uitspraak over chromosomen is FOUT?
A
Chromosomen bestaan uit DNA
B
Chromosomen liggen in het cytoplasma
C
Een mens heeft 46 chromosomen per cel
D
Niet iedere diersoort heeft evenveel chromosomen

Slide 9 - Quizvraag

In elke celkern liggen chromosomen.
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

DNA bevat informatie voor erfelijke eigenschappen.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Laatste vraag: De erfelijke eigenschappen voor de oogkleur bevinden zich alleen in de ogen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Kader kan vast aan het werk
Leerdoelen:
-Je kunt met een microscoop werken.
-Je kunt een preparaat maken.
-Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen.



Kun je bereiken door:
-Te lezen / bestuderen: de tekst van B4. 
-Te maken: basisstof 4 (2.4). 
-Te doen: practicum 8 (Tekening inleveren voor een cijfer.)
-De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren.
-Je kennis te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.

Slide 13 - Tekstslide

-Je kunt weefsels van mensen en planten noemen met hun functie.
Organisme (paard)
Orgaanstelsel (spijsverteringsstelsel)
Orgaan (maag)
Weefsel (spierweefsel)
Cel (spiercel)

Weefsel: een groep cellen met de zelfde vorm en functie.

Slide 14 - Tekstslide

weefsels dier
een groep cellen die ongeveer dezelfde functies hebben en vorm noem je weefsels.

in ons lichaam zitten verschillende weefsel.

Slide 15 - Tekstslide

tussencelstof
in het weefsel zit tussen de cellen tussencelstof.

dit kan zacht matriaal zijn maar kan ook hard zijn. 
ze kunnen stevigheid bieden. 

Slide 16 - Tekstslide

weefsels plant
Een plant heeft ook weefsels.
Je ziet boven en onder "vierkantjes" dit noemen we de opperhuid.
In de opperhuid zitten kleine openingen dit noemen we huidmondjes.

Via de huidmondje wordt koolstofdioxide opgenomen en zuurstof afgegeven.
Water wordt ook via de huidmondjes afgegeven daarom zitten ze vooral aan de onderkant want dan verdampt er minder water. 

Bij de kans op uitdroging of teveel verdampen van water sluiten de huidmondjes. 

Slide 17 - Tekstslide

timer
10:00
Leerdoelen:
-Je kunt met een microscoop werken.
-Je kunt een preparaat maken.
-Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen.
Voor Mavo ook:
-Je kunt weefsels van mensen en planten noemen met hun functie.

Kun je bereiken door:
-Te lezen / bestuderen: de tekst van B4 en mavo ook B6.
-Te maken: basisstof 4 (2.4) en mavo ook B6 (2.6).
-Te doen: practicum 8 (Tekening inleveren voor een cijfer.)
-De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren.
-Je kennis te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.
Eerst 10 minuten zelf in stilte,
daarna mag je overleggen. 
Meer leren over DNA?  Ga dan naar 
https://maken.wikiwijs.nl/62458

Extra oefenen? Ga dan naar 
https://biologiepagina.nl
laatste 5 minuten nog 5 vragen. 
Hou je lessonup blad dus open.

Slide 18 - Tekstslide

Wat is een weefsel
A
Cellen in verschillende organen met een vorm en functie
B
de cellen in een orgaan
C
Een groep cellen met dezelfde vorm en functie

Slide 19 - Quizvraag

Wat zijn organenstelsels?
A
Een deel van een organisme met 1 of meer functies
B
Een groep cellen met dezelfde vorm en functie
C
Meerdere organen die samenwerken aan een taak
D
Het kleinste onderdeel van een organisme

Slide 20 - Quizvraag

lever
dunne darm
hart
maag
long
luchtpijp
dikke darm

Slide 21 - Sleepvraag

ademhalings-
stelsel
skelet
bloedvaten-stelsel
spierstelsel
zenuwstelsel
verterings-stelsel

Slide 22 - Sleepvraag

Zet op volgorde van groot naar klein 
groot
klein
organenstelsel
cel
organisme
orgaan
weefsel

Slide 23 - Sleepvraag

Afsluiting.
Hoe ver ben je gekomen? 
Wat nog niet af is van de studiewijzer van deze week is huiswerk voor de 1e les van volgende week.

Maak ook alles van de vorige weken af als je nog achter loopt!
(Denk aan de extra punten als je alles hebt gemaakt)

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk in je agenda gezet??

Pak dan  je tas in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot het tijd is.
Laat je plek netjes achter, schuif je stoel aan en vergeet je mobiel niet.

Slide 26 - Tekstslide