In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Thema 6
Basisstof 2
Gezonde voeding
Slide 1 - Tekstslide
Vorige keer:
Voedingsmiddelen bevatten voedingsstoffen
Slide 2 - Tekstslide
Functies voedingsstoffen
Bouwstof: voor groei, herstel, vervanging, wonden. Brandstof: Om te verbranden en energie op te wekken. Reservestof: Om op te slaan voor later Beschermende stof: Om je lichaam te beschermen tegen ziekten en andere factoren (kou/druk) van buitenaf.
Slide 3 - Tekstslide
Huiswerk 25 mei
Leren en maken Thema 6 bs 1
Werkblad printen (in teams)
Opdracht 6 + 7 overslaan
Slide 4 - Tekstslide
Huiswerk 16 juni
Leren en maken Thema 6 bs 1
Werkblad (in teams)
Opdracht 6 + 7 overslaan
Slide 5 - Tekstslide
Basisstof 2: Gezonde voeding
Je leert de functie van de verschillende voedingsstoffen kennen.
Je leert de schijf van vijf en de adviezen die daar bij horen.
Je leert keukenregels uit de HACCP kennen.
Je weet wat kruisbesmetting is.
Je weet van alles over de houdbaarheid van een product.
Slide 6 - Tekstslide
Voedingsgewoonten
Slide 7 - Woordweb
Voedingsgewoonten & religie
Slide 8 - Tekstslide
De schijf van vijf met
5 adviezen:
Gevarieerd
Niet te veel
Minder verzadigd vet
Veel groente, fruit en brood
Veilig
Slide 9 - Tekstslide
HACCP
Slide 10 - Tekstslide
0
Slide 11 - Video
Welke 9 regels hebben jullie gezien?
Slide 12 - Woordweb
Regel 1:
"Persoonlijke hygiëne"
Wat was persoonlijke hygiëne ook alweer?
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Regel 2:
"Handen wassen"
Begin van je werk
Wisselen van werk
Wc bezoek
Niezen
Voor en na het eten
Slide 15 - Tekstslide
Regel 3:
"Hou je werkplek schoon en netjes"
Zet schone vaat niet bij vieze vaat: bv vieze vaat links en schone vaat rechts van de gootsteen.
Spoel gebruikt materiaal gelijk af.
Slide 16 - Tekstslide
Regel 4:
"Bewaak de juiste temperatuur"
Zodat de bacteriën zich niet kunnen verspreiden
Bacteriën vinden het fijn om in een vochtige en warm klimaat te groeien.
Zet gekoelde producten zsm terug in de koelkast.
Slide 17 - Tekstslide
Regel 5:
"THT, TGT"
Teminste houdbaar tot
Te gebruiken tot
Slide 18 - Tekstslide
THT = Tenminste houdbaar tot
Een THT-datum staat op voedingsmiddelen die niet snel bederven, zoals koffie, pasta of een pak diepvriesfrites.
Na deze datum kan de kwaliteit, zoals smaak, geur of kleur van het product, achteruit gaan.
Je kunt het vaak nog wel zonder gevaar eten. Kijk even goed of het er niet gek uitziet, ruik en proef een beetje.
Slide 19 - Tekstslide
TGT = Te gebruiken tot
Een TGT-datum staat op voedingsmiddelen die je maar kort kunt bewaren, zoals vlees, vis, voorgesneden groenten, koelverse maaltijden of verse vruchtensappen.
De TGT datum is de laatste dag waarop je het product nog veilig kunt gebruiken. Na deze datum kunnen er ziekteverwekkers, zoals bacteriën, gaan groeien.
Na de TGT-datum moet je het product weggooien.
Slide 20 - Tekstslide
Regel 6:
"Werk zorgvuldig en netjes"
Gebruik verschillende snijplanken
(om kruisbesmetting te voorkomen)
Schoon keukenmateriaal gebruiken
Producten die je niet meer gebruikt, gelijk weer opruimen
Rauwe producten uit de buurt van bereide producten houden
Slide 21 - Tekstslide
Kruisbesmetting
Bij kruisbesmetting komen er ziekmakende bacteriën van het ene product op het andere.
Van kruisbesmetting kunnen mensen ziek worden. In rauwe voedingsmiddelen zitten meer bacteriën dan in gekookte. Vooral op vlees, kip en vis kunnen ziekmakende bacteriën zitten.
Na kruisbesmetting kun je de voeding weggooien, doe je dit niet is de kans op ziekte groot.
Slide 22 - Tekstslide
0
Slide 23 - Video
Regel 7: "FIFO"
First in First out
Het eerste wat je in de koelkast moet je ook al eerste opmaken!
Wanneer je de koelkast gaat bijvullen zet je de nieuwe producten altijd achter de oude!
Slide 24 - Tekstslide
Regel 8: Ongedierte bestrijding
Slide 25 - Tekstslide
Regel 9
"Afval scheiden"
GFT (groenten, fruit, tuin)
Plastic
Papier
Restafval
Slide 26 - Tekstslide
Dit zou ik nog graag willen weten....
Slide 27 - Open vraag
Huiswerk 9 juni
Leren en maken Thema 6 bs 2
Slide 28 - Tekstslide
Nabespreking
Hoe is het gegaan? Wat ging goed? Wat vond je moeilijk? Welke vragen heb je nog?