P3 HAVO 3 Zinsdelen

Welkom bij Nederlands!
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Welke zinsdelen
ken je nog?

Slide 4 - Woordweb

0

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Benoem alle zinsdelen: De juf heeft haar vanmorgen het slechte nieuws verteld.

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

1. zoek de persoonsvorm (pv)
verander de tijd
verander het getal 
2. zet een streepje tussen de zinsdelen
let op: voor de persoonsvorm past maar 1 zinsdeel
3. zoek het onderwerp (ow)
wie of wat + pv
4. zoek het werkw. / naamw. gezegde
kijk naar alle ww in de zin
5. zoek het lijd. voorw. (lv)
wie of wat + pv + ow
6. zoek het meew. vw. (mv)
aan wie + pv + ow + lv
Het stappenplan
7. zoek de bijw. bep.
waar? wanneer? waarom? waardoor? waarheen? hoe?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Noteer de PV: Tijdens de pauze had Abdel nieuwe Yeezy's gekocht.
A
Tijdens de pauze
B
Had
C
Abdel
D
Gekocht

Slide 11 - Quizvraag

Noteer het onderwerp: De nieuwe coronavariant lijkt nog veel besmettelijker te zijn.
A
De nieuwe coronavariant
B
nieuwe coronavariant
C
coronavariant
D
besmettelijk

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

2. De schilder verft de muur roze. 
1. Eliza’s telefoon is kapot gegaan. 


3. Komende zomer ga ik bergbeklimmen. 
4. Felix heeft vandaag al tien mandarijnen opgegeten. 

5. Sandra bleek vorige week sterker dan Wilco. 
wg
wg
ng
ng
ng
wg

Slide 14 - Sleepvraag

Noteer gezegde: Bovendien beschouwen veel landen deze auto's als motoren.

Slide 15 - Open vraag

Noteer gezegde: Jolanda's hondje is dood.

Slide 16 - Open vraag

Noteer het gezegde: De stiekeme meisjes hebben het hazenpad gekozen.

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Noteer lijdend voorwerp: Vita heeft een deken gebreid voor haar moeder.

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Noteer meewerkend voorwerp: Voor Jolanda koopt Astrid een nieuw hondje.

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Noteer de bijwoordelijke bepaling (bwb):
Gisteren at ik tijdens het tv-kijken een heel lekker vegetarisch worstenbroodje.

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Noteer de bijvoeglijke bepaling: Mijn broertje at een heel kleine, lekkere boterham.

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide

Noteer de ondergeschikte bijwoordelijke bepaling: Die heel kleine, lekkere boterham verdween helemaal in zijn mond.

Slide 28 - Open vraag

stap 1
stap 2
stap 3
stap 4
stap 5
stap 6
stap 7
zoek het ow
zoek de pv
zoek de bwb
zoek het mv
zet streepjes
zoek het lv
zoek het wg

Slide 29 - Sleepvraag

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Link