Commercieel blok 4 tm 6
1 / 15
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Een klant komt terug naar een bepaalde winkel, omdat hij na elke aankoop punten verzamelt. De punten kan hij inruilen voor korting.
Hoe wordt dit soort klantenbinding genoemd?
Hoe wordt dit soort klantenbinding genoemd?
A
Financiële binding
B
Plaatselijke binding
C
Sociale binding
D
Structurele binding
Slide 2 - Quizvraag
Praxis staat aan de rand van de stad. De zaak heeft een grote parkeerplaats.
Op welke locatie staat deze doe-het-zelf-zaak?
Op welke locatie staat deze doe-het-zelf-zaak?
A
A-locatie
B
B-locatie
C
C-locatie
D
D-locatie
Slide 3 - Quizvraag
3. Je kunt snel korte aankondigingen doen, bijvoorbeeld van een actie.
Welke sociale media kun je het beste gebruiken voor de verschillende activiteiten?
1. Je kunt met foto’s nieuwe producten laten zien.
2.Je kunt een pagina maken met allerlei informatie over je bedrijf.
Instagram
Facebook
Twitter
Slide 4 - Sleepvraag
Massacommunicatie
Persoonlijke communicatie
Een gesprek tussen een werkgever en een werknemer
Een website
Een omroepbericht in de trein
Een televisiecommercial
Telefonisch contact
Slide 5 - Sleepvraag
Immateriële eigenschap
Materiële eigenschap
Het benzineverbruik van een auto.
De status die een Mercedes Benz geeft aan de koper van een auto.
Roest op jouw auto.
De garantie die een koper krijgt bij de aanschaf van een auto.
Slide 6 - Sleepvraag
Iphone komt met een nieuwe telefoon
De AH verhuist naar een drukkere locatie om meer te verkopen
MediaMarkt verplicht hun medewerkers om een verkoopcursus te volgen.
De laagsteprijsgarantie geldt bij Jumbo ook online
Verbind de marketingsinstrumenten met de activiteiten.
Prijs
Personeel
Plaats
Product
Slide 7 - Sleepvraag
Primark vestigt zich in het centrum van de stad.
Op welke locatie staat deze zaak?
Op welke locatie staat deze zaak?
A
A-locatie
B
B-locatie
C
C-locatie
D
D-locatie
Slide 8 - Quizvraag
De consumentenprijs van een boek is € 20,25.
Wat is de beste psychologische prijs voor het boek?
Wat is de beste psychologische prijs voor het boek?
A
€ 20,95
B
€ 21,05
C
€ 20,15
D
€ 19,95
Slide 9 - Quizvraag
Variabele kosten
Vaste kosten
Verzendkosten via Post NL
Huur van een kantoorpand
Salaris van het personeel
Inpakmateriaal
Slide 10 - Sleepvraag
Hieronder zie je twee begrippen die dezelfde betekenis hebben. Wat hoort bij elkaar?
1. Nettoverkoopprijs
2.Brutoverkoopprijs
Consumentenprijs
Verkoopprijs
Slide 11 - Sleepvraag
Wat is de afzet van sportwinkel Sportief in de maand januari?
Slide 12 - Open vraag
Wat is het verschil tussen bodemprijs en adviesprijs?
Slide 13 - Open vraag
Bereken de consumentenprijs van de schoen.
Slide 14 - Open vraag
Bereken de brutowinst.
